Een terminale ziekte kan de mogelijkheden van de cliënt beperken om activiteiten van het dagelijkse leven en instrumentele activiteiten van het dagelijkse leven uit te voeren, afhankelijk van de vordering van de ziekte. Bijvoorbeeld, sommige ziektes kunnen de mogelijkheid of bereidheid tot zelfverzorging of het begrip van taken die nodig zijn om activiteiten van het dagelijkse leven uit te voeren, beperken.
Ook kunnen verschillende fysieke en neurologische ziektes een nadelig effect hebben op fysieke factoren die belangrijk zijn voor zelfverzorging, zoals stamina, spiertoon, evenwicht en beenderensterkte.
Neveneffecten van geneesmiddelen en andere behandelingen kunnen ook leiden tot een vroegtijdig verlies van zelfvoorziening.
Om de cliënt zijn of haar gewenst niveau van zelfvoorziening te maximaliseren, is het belangrijk om vast te stellen of de cliënt bepaalde moeilijkheden ervaart tijdens het uitoefenen van activiteiten van het dagelijkse leven.
Als de cliënt het levenseinde nadert, is verlies virtueel onvermijdelijk. Echter, begrijpen welke verliezen plaatsgevonden hebben, kan helpen om omkeerbare veranderingen of strategieën te identificeren om de cliënt te helpen om te gaan met de verliezen die niet omkeerbaar zijn.
Baseer de beoordeling van ADL’s en IADL’s op de huidige prestaties van de cliënt, ongeacht enige cognitieve, mentale of fysieke beperking.