This is version 40. It is not the current version, and thus it cannot be edited.
[Back to current version]   [Restore this version]

III. Richtlijnen code 1 bij de Stemmingsstoornissen-CAP



STAPPENPLAN


STAP 1: Observatie van de stemming van de cliënt

  • Bij signalering van deze CAP met code 1, loopt de cliënt een risico op het ontwikkelen van een depressieve stoornis. Onderzoek toont aan dat een vroegtijdige herkenning en een snelle behandeling van depressie de kans op ernstige stoornissen en suïcide reduceert. Daarom behoort screening in deze risicopopulatie tot één van de belangrijkste acties. Observeer en evalueer hierbij de huidige gemoedstoestand van de cliënt, en rapporteer bevindingen op een efficiënte manier aan een arts.
  • Observeer de volgende objectieve symptomen en informeer naar subjectieve symptomen van depressie, en bepaal hoe lang deze symptomen al aanwezig zijn:
    • Depressieve gemoedstoestand/stemming
      • Voorbeelden:
        • De cliënt zegt dat hij zich bedroefd voelt of geen aangename momenten meemaakt
        • De cliënt huilt meer, is droeviger dan voorheen
    • Verminderde energie, verlies van motivatie, interesse of plezier
      • Voorbeelden:
        • De cliënt zegt dat hij geen zin heeft in de gebruikelijke activiteiten
        • De cliënt weigert taken uit te voeren die fysieke kracht vergen
        • De cliënt wordt sociaal geïsoleerd (vb. vermijden van sociale contacten, zich terugtrekken,…)
    • Verminderd vermogen om te denken/cognitieve achteruitgang
      • Voorbeelden:
        • De cliënt verliest vertrouwde voorwerpen
        • De cliënt geeft vaak ‘ik weet het niet’- antwoorden
    • Verminderd vermogen zich te concentreren/besluiteloosheid
      • Voorbeelden:
        • De cliënt zegt meer moeite te hebben om zich op gewone activiteiten of op het gesprek te concentreren
        • De cliënt heeft moeilijkheden bij het nemen van beslissingen
    • Vermoeidheid/slapeloosheid
      • Voorbeelden:
        • De cliënt klaagt dat hij zich te moe voelt om aan activiteiten deel te nemen
        • De cliënt vermeldt een verandering in zijn slaapgewoonten
        • De cliënt heeft moeilijkheden met inslapen of een toegenomen behoefte aan slaap
    • Stoornissen in de eetlust
      • Voorbeelden:
        • De cliënt vermeldt een verminderde eetlust
        • De cliënt eet weinig of weigert voedsel/drank, en/of verliest gewicht
    • Verlies van zelfrespect, verminderde interesse voor levensverrichtingen
      • Voorbeelden:
        • De cliënt verwaarloost het uiterlijk, kamt de haren niet
        • De cliënt heeft geen positieve gevoelens omtrent zijn leven
        • De cliënt beschrijft dat hij zichzelf waardeloos of schuldig voelt
        • De cliënt beschouwt zichzelf als een last voor de familie of zijn omgeving
    • Frequente somatische klachten
      • Voorbeelden:
        • De cliënt vermeldt veelvuldige somatische klachten (bv. rugpijn, abdominale pijn, zwakte,…) die ondanks interventies niet afnemen
    • Kritisch en jaloers op anderen
      • Voorbeelden:
        • De cliënt bekritiseert zijn familie en het verzorgend personeel
        • De cliënt roept steeds om zorgverleners

Opmerking: niet al deze symptomen hoeven aanwezig te zijn, maar dienen wel nagekeken te worden.

  • Let op tekens of symptomen van manie of hypomanie. Deze informatie kan bijdragen tot de detectie van depressieve stemmingen die gerelateerd zijn aan een bipolaire stoornis. Een bipolaire stoornis is een stemmingsstoornis waarbij depressieve fasen worden afgewisseld met manische periodes. Let hierbij op een voorgeschiedenis van de volgende indicatoren:
    • Rusteloze gedachten en aanwezigheid euforie
    • Verhoogde prikkelbaarheid
    • Frequente stemmingsveranderingen
    • Op gejaagde manier praten
    • Gedachteflitsen
    • Daling van behoefte aan slaap
    • Agitatie of hyperactiviteit
  • Ga na of familieleden en/of vrienden van de cliënt een verandering in de gemoedstoestand hebben opgemerkt.
  • Gebruik eventueel zelfbeoordelings- of observatieschalen, zoals bijvoorbeeld de Geriatric Depression Scale(info) en de Cornell Scale for Depression in Dementia(info), om depressie bij ouderen te screenen en te evalueren. Een positieve score (scoremechanisme zie bijlage 3) op één van deze schalen is een indicatie voor verder diagnostisch onderzoek, om uit te maken of er sprake is van een depressiestoornis. De diagnose kan echter alleen gesteld worden na een uitgebreid onderzoek door de arts.
  • Bespreek samen met de arts de gemoedstoestand van de cliënt. Indien GEEN vermoeden van depressie, ga naar stap 2. Bij vermoeden van depressie (o.a. positieve GDS of CSDD-score), ga naar het "Diagnostisch proces" van de Stemmingsstoornissen-CAP code 2".

Top

STAP 2: Strikte opvolging en preventieve maatregelen

  • Het is bekend dat de aanwezigheid van meerdere risicofactoren de kans op het ontwikkelen van een depressie verhoogt:
    • Mogelijke voorbeschikkende factoren?
      • Vrouwelijk geslacht
      • Gescheiden zijn, sociale desintegratie, vervreemding, weinig ondersteuning
      • Bepaalde persoonlijkheidskenmerken, zoals het willen vermijden van elk risico, het afhankelijk zijn van externe bevestigingen
      • Depressie in voorgeschiedenis
      • Cardiovasculaire stoornissen, en andere lichamelijke aandoeningen en ongemakken zoals pijn, schildklierlijden, immuniteitsproblemen, kanker, …
      • Alcoholmisbruik
      • Gebruik van bepaalde medicatie zoals bètablokkers, calciumkanaalblokkers, digoxine, sedativa, analgetica en steroïden
    • Mogelijke uitlokkende factoren?
      • Recente relationele verandering, zoals verlies door sterfte
      • Recente omgevingsgerelateerde verandering, zoals een verhuis naar een RVT
      • Recente verandering in gezondheidsbeleving, zoals gevoel ernstig ziek te zijn
      • Klinische of functionele verandering die gevoelens van waardigheid kunnen beïnvloeden
      • Onzekerheid, onvoorspelbaarheid
      • Langdurige slaapproblemen
  • Ondanks het feit dat de mogelijkheden van preventie - gezien de soms nauwelijks te beïnvloeden voorbeschikkende factoren - beperkt zijn, kan het actief ingrijpen op een aantal van de bovenstaande problemen een depressie helpen te voorkomen. Mogelijke acties:
    • Spoor uitlokkende factoren op en tracht deze, indien mogelijk, uit te schakelen of te verminderen:
      • Zorg voor een adequaat symptoommanagement: pijn en slapeloosheid
      • Bouw eventueel benzodiazepines af
      • Geef ondersteuning waar mogelijk (lichamelijk, psychosociaal)
      • Help problemen te relativeren, aanvaarden en er beter mee om te gaan
    • Versterk beschermende factoren en bevorder de zelfredzaamheid:
      • Adviseer een gezonde levensstijl en lichamelijke activiteit
      • Hou steunende netwerken in stand
      • Verhoog de sociale contacten met familie en vrienden, zorg hierbij voor begeleiding
      • Bevorder een positief zelfbeeld
  • Blijf de gemoedstoestand van de cliënt opvolgen en bespreek veranderingen met de arts. Ga bij vermoeden van depressie over naar het "Diagnostisch proces" van de Stemmingsstoornissen-CAP code 2.

Top

  Page Info My Prefs
This particular version was published on 09:15 29-Nov-2019 by DirkVanneste.
 
BelRAI @2007

JSPWiki v2.4.104
[RSS]