a. ADL-zorg
Vraag aan de cliënt en de mantelzorgers of er hulp werd verleend bij bedbeweeglijkheid, verplaatsingen, in huis rondlopen, kleden, eten, toiletgebruik, persoonlijke hygiëne en baden. De hulp kan variëren van “er zijn voor het geval dat” (of uit veiligheidsoverwegingen) tot het geven van complete ADL-zorg.
b. IADL-zorg
Vraag aan de cliënt en de mantelzorgers of er hulp werd verleend bij de maaltijdbereiding, het huishouden, beheren van geld of geneesmiddelen, telefoongebruik, winkelen en vervoer. De hulp kan variëren van licht huiswerk tot het doen van al het winkelen en het gehele huishouden.