De kenmerken van een delier uiten zich vaak in het gedrag en kunnen daarom waargenomen worden. Verstoord denken kan zich bijvoorbeeld uiten in irrelevante, incoherente spraak. Andere gedragingen worden in de definities hieronder besproken.
Een recente en misschien snelle cognitieve achteruitgang is kenmerkend voor een delier (acute verwardheid), dat omkeerbaar kan zijn als het tijdelijk opgespoord en behandeld wordt. Symptomen van een delier zijn vaak makkelijker op te sporen bij patiënten die bij het begin van het onderzoek een intacte cognitieve functie hebben. Wanneer de patiënt vóór het onderzoek al cognitieve stoornissen had of gedragssymptomen (bijv. rusteloosheid, roepen) vertoonde, is het moeilijker om symptomen van een delier op te sporen. Ondanks die moeilijkheid is het bij dergelijke patiënten toch mogelijk om symptomen van een delier op te sporen door goed te letten op recente veranderingen in het normale functioneren. Een patiënt die bijvoorbeeld gewoonlijk luidruchtig of uitdagend is kan plots rustig, lethargisch en onoplettend worden. Omgekeerd kan iemand die normaal rustig en tevreden is opeens rusteloos en luidruchtig worden. Ook kan een patiënt die gewoonlijk zijn/haar weg in het ziekenhuis vindt ineens beginnen te verdwalen.
Het is belangrijk om te weten dat de toestand van patiënten met een delier vaak van uur tot uur varieert. Patiënten met een delier kunnen nu en dan schijnbaar ‘normale’ periodes hebben. Daarom is het van essentieel belang om, wanneer er ook maar een beetje vermoed wordt dat de patiënt geestelijk labiel is, te spreken met anderen die gedurende de voorbije 24 uur voor de patiënt gezorgd hebben.