A6.Spreektaal
Bedoeling:
Communicatie met de patiënt in zijn/haar spreektaal. Informatie over de taal van de patiënt kan wijzen op de eventuele nood aan een tolk.
Definitie:
De taal waarin de patiënt zich doorgaans verkiest uit te drukken.
Procedure:
Voer een gesprek met de patiënt en zijn/haar familie. Observeer en luister. Bekijk het klinisch dossier.
Codering:
Kies één van de volgende antwoordopties:
- 1. Nederlands
- 2. Frans
- 3. Duits
- 4. Andere taal
Vraag aan de familieleden om te specificeren indien het antwoord ‘4’ is en maak daar aantekeningen van.
Voorbeeld:
- Mevrouw L. is enkele jaren geleden met haar familie vanuit Polen naar België geëmigreerd. Ze spreekt en begrijpt heel weinig Nederlands of Frans en rekent op haar familie voor de vertaling van informatie naar het Pools. In deze situatie zou ‘4. Andere taal’ het geschikte antwoord zijn.