| At line 6 changed 1 line. |
| Het bepalen van de verblijfssituatie van de cliënt na het ontslag uit het palliatieve programma. Voor deze programma’s zal het meest voorkomende ontslag “een overlijden” betreffen. |
| De verblijfssituatie van de cliënt bepalen na het ontslag uit het palliatieve programma. Voor deze programma’s zal het meest voorkomende ontslag “een overlijden” betreffen. |
| At line 13 changed 1 line. |
| * 3. Woning van andere mantelzorger(s) (niet van kind(eren)) |
| *3. Woning van andere mantelzorger(s) (niet van kind(eren)) |
| At line 19 changed 1 line. |
| *6. Serviceflat, aanleunwoning of kangoeroewoning (“zelfstandige” woning in de nabijheid van een RVT, …waardoor men gemakkelijk kan gebruik maken van allerhande diensten) |
| *6. Serviceflat, aanleunwoning of kangoeroewoning (“zelfstandige” woning in de nabijheid van een RVT waardoor men gemakkelijk kan gebruik maken van allerhande diensten) |
| At line 21 changed 1 line. |
| *7. Beschut of beschermd wonen (heeft als doel om een thuis te bieden aan mensen die omwille van psychische problemen niet of nog niet zelfstandig kunnen wonen) |
| *7. Beschut of beschermd wonen (heeft als doel om een thuis te bieden aan mensen die omwille van psychische problemen niet of nog niet zelfstandig kunnen wonen) |
| At line 23 changed 1 line. |
| *8. Medisch-pedagogische instelling (MPI), orthopedagogische instelling of instelling voor verstandelijk gehandicapten |
| *8. Medisch-pedagogische instelling (MPI), orthopedagogische instelling of instelling voor verstandelijk gehandicapten |