Difference between version and version      View first change»»

Back to PC Sectie G 3, or PC Sectie G 3 version history

At line 5 changed 1 line.
Het evalueren van het vermogen van de cliënt om, eventueel met aanpassingen in de omgeving, te kunnen horen gedurende de laatste drie dagen.
Het evalueren van het vermogen van de cliënt om, eventueel met behulp van aanpassingen in de omgeving, te kunnen horen gedurende de laatste drie dagen.
At line 8 changed 1 line.
Mogelijkheid om auditorische geluiden te ontvangen, met het gewoonlijk gebruikt gehoorapparaat.
Mogelijkheid om auditorische geluiden te op te vangen, eventueel aan de hand van een gehoorapparaat.
At line 11 changed 3 lines.
Onderzoek het hoorvermogen bij de cliënt zoals hij/zij normaliter luistert. Als de cliënt gewoonlijk een gehoorapparaat in heeft, onderzoek dan het hoor- vermogen met een werkend apparaat. Wees altijd bedacht op omgevings- factoren die uw beoordeling kunnen beïnvloeden (bijv., gesprekken van dichtbij, geluiden van buiten, enz.).
Vraag de cliënt over zijn of haar hoorvermogen en observeer tijdens verbale interacties. Gebruik een variëteit aan observaties om je beoordeling te maken (bvb een op een versus groepssituaties). Indien mogelijk, observeer de cliënt in interactie met anderen zoals familieleden. Hoe altijd omgevingsfactoren in gedachte (bvb conversaties in de nabije omgeving, lawaai van buiten, enz.) dat uw beoordeling zou kunnen beïnvloeden. Indien nodig, raadpleeg de familie, primaire ondersteunende personen of spraak of gehoor specialisten om het exacte hoorvermogen van de cliënt te bepalen.
Wees alert op wat u moet doen om met de cliënt te communiceren. Bijvoorbeeld, of u duidelijker of langzamer moet spreken, harder moet praten of met meer gebaren, of dat de cliënt uw gezicht moet kunnen zien of naar een rustiger ruimte moet worden genomen om te weten wat u zegt. Dit zijn allemaal aanwijzingen dat er een hoorprobleem is en dat moet u als zodanig in de codering aangeven.
Onderzoek het hoorvermogen van de cliënt zoals hij/zij normaliter luistert. Als de cliënt gewoonlijk een gehoorapparaat draagt, onderzoek dan het hoorvermogen met een werkend apparaat. Wees altijd bedacht op omgevingsfactoren die uw beoordeling kunnen beïnvloeden (bv. gesprekken van dichtbij, geluiden van buiten, enz.).
Bevraag de cliënt over zijn of haar hoorvermogen en observeer hem of haar tijdens verbale interacties. Gebruik een variëteit aan observaties om de beoordeling te maken (bv. één op één versus groepssituaties). Observeer indien mogelijk de cliënt in interactie met anderen, zoals familieleden. Hou altijd de omgevingsfactoren (bv. conversaties in de nabije omgeving, lawaai van buiten, enz.) die uw beoordeling zou kunnen beïnvloeden in gedachten. Raadpleeg idien nodig de familie, primaire ondersteunende personen of spraak of gehoor specialisten om het exacte hoorvermogen van de cliënt te bepalen.
Wees alert voor wat u moet doen om met de cliënt te communiceren. Bijvoorbeeld, of u duidelijker of langzamer moet spreken, harder moet praten of met meer gebaren, of dat de cliënt uw gezicht moet kunnen zien of naar een rustiger ruimte moet genomen worden om te weten wat u zegt. Dit zijn allemaal aanwijzingen dat er een hoorprobleem is en dat moet u als zodanig in de codering aangeven.
At line 18 changed 4 lines.
*1. Minimale moeite - Moeite in sommige omgevingen, bijv., wanneer iemand zacht praat of meer dan 2 meter veraf is.
*2. Matige moeite - Probleem met normaal gesprek te volgen, er is een rustige omgeving nodig.
*3. Ernstig moeite - Moeite in alle omstandigheden, bijv., de ander moet hard of erg langzaam praten, of de cliënt zegt dat het spreken van de ander als gemompel klinkt.
*4. Doof- Afwezigheid van bruikbaar kunnen horen
*1. Minimale moeite - Moeite in sommige omgevingen, bv. wanneer iemand zacht praat of meer dan 2 meter veraf is.
*2. Matige moeite - Probleem met het volgen van een normaal gesprek volgen, er is een rustige omgeving nodig.
*3. Ernstig moeite - Moeite in alle omstandigheden, bv. de ander moet hard of erg langzaam praten, of de cliënt zegt dat het spreken van de ander als gemompel klinkt.
*4. Doof - Afwezigheid van een bruikbaar gehoor.
  View page Page Info My Prefs
This page (revision-12) last changed on 09:15 29-Nov-2019 by Kirsten Hermans.
 
BelRAI @2007

JSPWiki v2.4.104
[RSS]