At line 12 changed 1 line. |
Bevraag de cliënt over zijn of haar hoorvermogen en observeer hem of haar tijdens verbale interacties. Gebruik een variëteit aan observaties om de beoordeling te maken (bv. één op één versus groepssituaties). Observeer indien mogelijk de cliënt in interactie met anderen, zoals familieleden. Hou altijd de omgevingsfactoren (bv. conversaties in de nabije omgeving, lawaai van buiten, enz.) die uw beoordeling zou kunnen beïnvloeden in gedachten. Raadpleeg idien nodig de familie, primaire ondersteunende personen of spraak of gehoor specialisten om het exacte hoorvermogen van de cliënt te bepalen. |
Bevraag de cliënt over zijn of haar hoorvermogen en observeer hem of haar tijdens verbale interacties. Gebruik een variëteit aan observaties om de beoordeling te maken (bv. één op één versus groepssituaties). Observeer indien mogelijk de cliënt in interactie met anderen, zoals familieleden. Hou altijd de omgevingsfactoren (bv. conversaties in de nabije omgeving, lawaai van buiten, enz.) die uw beoordeling zou kunnen beïnvloeden in gedachten. Raadpleeg indien nodig de familie, primaire ondersteunende personen of spraak of gehoor specialisten om het exacte hoorvermogen van de cliënt te bepalen. |