At line 5 changed 1 line. |
Het beschrijven van gradaties van dyspneu (kortademigheid). |
Het registreren van gradaties van dyspneu (kortademigheid). |
At line 8 changed 1 line. |
Vraag de cliënt of hij of zij buiten adem of “kortademig” is. Als het antwoordt bevestigend is, bepaal of het symptoom is opgetreden bij een inspannende activiteit, gedurende normale dagelijkse activiteit of tijdens rust. Als de cliënt niet kan antwoorden, bekijk de klinische dossiers en raadpleeg met teamleden en de cliënt zijn of haar familie. |
Vraag de cliënt of hij of zij buiten adem of “kortademig” is. Als het antwoord bevestigend is, bepaal dan of het symptoom opgetreden is gedurende een inspannende activiteit, gedurende een normale dagelijkse activiteit of in rust. Als de cliënt niet kan antwoorden, bekijk dan de klinische dossiers en raadpleeg teamleden en de familie van de cliënt. |