At line 11 changed 1 line. |
*c. Sterke en ondersteunende omgang met familie – De cliënt of eerstverantwoordelijk zorgverlener geven aan dat de cliënt een ondersteunende omgang heeft met familie(leden). De cliënt voelt wellicht dat hij/zij op familieleden kan rekenen. Familieleden zijn actief betrokken bij de lichamelijke zorg of geldbeheer of bij het helpen nemen van medische beslissingen. Familieleden onderhouden regelmatig contact met de cliënt, geven troost en advies of fungeren als vertrouwenspersoon. |
*c. Relatie met familie is sterk en ondersteunend – De cliënt of eerstverantwoordelijk zorgverlener geven aan dat de cliënt een ondersteunende omgang heeft met familie(leden). De cliënt voelt wellicht dat hij/zij op familieleden kan rekenen. Familieleden zijn actief betrokken bij de lichamelijke zorg of geldbeheer of bij het helpen nemen van medische beslissingen. Familieleden onderhouden regelmatig contact met de cliënt, geven troost en advies of fungeren als vertrouwenspersoon. |