At line 2 changed 1 line. |
!!B5. Verblijfplaats vóór de opname |
!!B5. Woonsituatie vóór de opname |
At line 4 changed 3 lines. |
!!! Bedoeling: |
Het vastleggen van de verblijfstoestand van de cliënt vóór de opname. |
De verblijfstoestand kan langdurig of tijdelijk zijn. |
!!!Bedoeling: |
Het vastleggen met wie de cliënt samenwoont vóór de opname. |
!!!Definitie: |
De cliënt woont: |
*1. Alleen |
At line 8 changed 2 lines. |
!!!Definities: |
*1. Woning, appartement of studio (eigen of gehuurd, alleen of met anderen) |
*2. Met echtgenoot/echtgenote of partner (dus al dan niet getrouwd) |
At line 11 changed 1 line. |
*2. Woning van (de) kind(eren) |
*3. Met echtgenoot/echtgenote of partner en ander(en) (dus al dan niet met familie) |
At line 13 changed 1 line. |
* 3. Woning van andere mantelzorger(s) (geen kind(eren)) |
*4. Met kind (eren) (niet met echtgenoot/echtgenote of partner) |
At line 15 changed 1 line. |
*4. Rusthuis of bejaardentehuis (ROB-bed) |
*5. Met ouder(s) of voogd(en) |
At line 17 changed 1 line. |
*5. Woon- en zorgcentrum (WZC), rust- en verzorgingstehuis (RVT) of bejaardentehuis (RVT-bed) |
*6. Met broer(s) of zus(sen) |
At line 19 changed 5 lines. |
*6. Serviceflat, aanleunwoning of kangoeroewoning (“zelfstandige” woning in de nabijheid van een RVT, …waardoor men gemakkelijk kan gebruik maken van allerhande diensten) |
*7. Beschut of beschermd wonen (heeft als doel om een thuis te bieden aan mensen die omwille van psychische problemen niet of nog niet zelfstandig kunnen wonen) |
*8. Medisch-pedagogische instelling (MPI), orthopedagogische instelling of instelling voor verstandelijk gehandicapten |
*7. Met andere verwant(e)(n) (zoals oom, tante, …) |
At line 25 changed 35 lines. |
*9. Psychiatrisch ziekenhuis of psychiatrische instelling |
*10. Revalidatiecentrum, hersteloord of SP-dienst |
*11. Ziekenhuis |
*12. Kortverblijf |
*13. Thuisloos of dakloos |
*14. Palliatief centrum |
*15. Penitentiaire instelling |
*16. Klooster |
*17. Andere |
!!! Proces: |
Kijk in het cliëntdossier. Als het daar niet in staat, vraag het dan aan de cliënt of zijn/haar familie. |
!!!Codering: |
Kies één antwoord en vul dat in het hokje in. |
*a. Opgenomen vanuit |
*b. Gebruikelijk woonverblijf |
%%(border: solid #992744 1px; padding-top: 0.5em; margin-left: 1em; margin-right: 1em;) |
%%(padding-left: .7em;)Voorbeeld:%% |
*De heer F., die thuis bij zijn vrouw had gewoond, werd met een CVA in een ziekenhuis opgenomen. Vanuit het ziekenhuis ging de heer F. naar het RVT. Codeer als volgt: |
** a. Opgenomen vanuit: 11 |
**b. Gebruikelijk woonverblijf: 1 |
%% |
*8. Met niet-verwant(e)(n) (in groepsverband of met een vriend/vriendin die niet de partner is) |
!!! Proces: |
Vraag dit aan de cliënt, samenwonende(n) of familie. Neem het opnamedossier door. |
!!!Codering: |
Leg de code vast die weergeeft met wie de cliënt samenwoonde op het tijdstip van de verwijzing. |