B5. Woonsituatie vóór de opname

Bedoeling:

Het vastleggen met wie de cliënt samenwoont vóór de opname.

Definitie:

De cliënt woont:
  • 1. Alleen
  • 2. Met echtgenoot/echtgenote of partner (dus al dan niet getrouwd)
  • 3. Met echtgenoot/echtgenote of partner en ander(en) (dus al dan niet met familie)
  • 4. Met kind (eren) (niet met echtgenoot/echtgenote of partner)
  • 5. Met ouder(s) of voogd(en)
  • 6. Met broer(s) of zus(sen)
  • 7. Met andere verwant(e)(n) (zoals oom, tante, …)
  • 8. Met niet-verwant(e)(n) (in groepsverband of met een vriend/vriendin die niet de partner is)

Proces:

Vraag dit aan de cliënt, samenwonende(n) of familie. Neem het opnamedossier door.

Codering:

Leg de code vast die weergeeft met wie de cliënt samenwoonde op het tijdstip van de verwijzing.
  Page Info My Prefs
This page (revision-15) last changed on 09:15 29-Nov-2019 by DirkVanneste.
 
BelRAI @2007

JSPWiki v2.4.104
[RSS]