I. Betekenis van code 3 bij de Urine-incontinentie-CAP

De Urine-incontinentie-CAP wordt geactiveerd met code 3. Dit betekent dat deze cliënt ALLE onderstaande eigenschappen bezit:

• Terugkerende episodes van incontinentie (zelfs al is het minder dan wekelijks) of geen urineproductie
• Een minimum aan cognitieve kwaliteiten (zelfstandig of in beperkte mate zelfstandig voor wat betreft de cognitieve vaardigheden voor dagelijkse besluitvorming)
• Kan zich in beperkte mate nog zelfstandig voortbewegen (niet volledig afhankelijk of ontvangt uitgebreide hulp om zich voort te bewegen).
• Voldoet aan minstens één van de volgende acute criteria:
  • Volgt GEEN mictietraining of
  • Minstens één van de volgende kenmerken die erop wijzen dat de cliënt een wisselende status heeft, wat impliceert dat zijn/haar urine-incontinentie van recente oorsprong is of voor verbetering vatbaar kan zijn:
    • Heupfractuur
    • Recente ADL-achteruitgang
    • Gebruik van een verblijfskatheter
    • Heeft een longontsteking
    • Heeft diarree

Deze cliënt behoort tot de groep die voor gespecialiseerde follow-up in aanmerking komt. Aangezien deze CAP wordt geactiveerd met code 3, wordt het verbeteren van de blaasfunctie als doelstelling vooropgesteld.

In de VS omvat deze groep ongeveer 5% van de ouderen in een RVT, 10% van de ouderen die thuiszorg ontvangen en 2% van de zelfstandig wonende ouderen. Ongeveer 22% van de ouderen in deze groep die in een RVT verblijven zal in de loop van een periode van negentig dagen verbetering vertonen. Bij ouderen in de thuiszorg bedraagt dat percentage ongeveer 16%. Tegelijkertijd zullen sommigen in deze groep gedurende een periode van negentig dagen een achteruitgang vertonen. Bij ouderen in een RVT is dat ongeveer 15%, bij ouderen in de thuiszorg 10%.