K2. Urineopvangsysteem (uitgezonderd incontinentiemateriaal)
Bedoeling:
Registreren van de aanwezigheid van urineopvangsystemen.
Definities:
- Condoomkatheter - Condoom met urinekatheter die over de penis gedragen wordt.
- Verblijfkatheter - Katheter die in de blaas blijft met de bedoeling om continu urine af te voeren. Het gaat over katheters die door de urethra of door een insnijding boven het schaambeen in de blaas worden geleid.
- Cystostoma - Chirurgische opening in de blaas. Een urineopvangsysteem zoals een urostoom dat over de opening van de blaas geplaatst is.
- Nephrostoma - Een buis, stent of katheter die gebruikt wordt om urine af te voeren wanneer de urinebuis verstopt is. In sommige gevallen voert de katheter urine af naar een opvangzak buiten het lichaam. In andere gevallen wordt de urine direct afgevoerd naar de blaas.
- Ureterostoma - Een urineopvangsysteem dat over een chirurgische omgeleide urinebuis is geplaatst die losgemaakt van de blaas uit de buik komt.
Proces:
Kijk het cliëntdossier na. Raadpleeg de zorgverleners en de cliënt. Zorg ervoor dat u ook naar incontinentiemateriaal vraagt dat gewoonlijk aan het zicht onttrokken is omdat het onder de kleding gedragen wordt (bv. een ureterostoma opvangzak).
Codering:
Codeer voor het type van urine- opvangsysteem dat gebruikt werd gedurende de laatste 3 dagen. Indien meerdere opvangsystemen werden gebruikt, codeer voor het meest ingrijpende systeem dat gebruikt werd in de laatste 3 dagen.
- 0.Geen
- 1.Condoomkatheter
- 2.Verblijfkatheter
- 3.Cystostoma, nephrostoma, ureterostoma