I2. Zelf gerapporteerde spiritualiteit
Bedoeling:
Dit item geeft de mogelijkheid om met de cliënt over spirituele zaken en zorgen te spreken. Informatie uit dit gesprek kan gebruikt worden om spirituele begeleiding of ondersteuning te voorzien. Op het einde van het leven drukken sommige cliënten deze zaken uit in religieuze bewoordingen, maar het doel is hier om ook een breder perspectief op spiritualiteit in acht te nemen, ongeacht of de cliënt enige formele religieuze connecties heeft.
Definitie:
- a. Vind leidraad in religie of spiritualiteit - De cliënt vindt inspiratie en ondersteuning in religieuze activiteiten, materialen en/of leiders. De cliënt kan met geestelijken spreken (bvb priester, rabbijn, predikant) of andere spirituele leider (sjamaan, medicijnman, yogi, oudere). Hij of zij kan zich ook beroepen op andere bronnen (bvb literatuur, kunst) als een persoonlijke, zelfstandige benadering van spiritualiteit.
- b. Worstelt met de zin van het leven - De cliënt heeft aangegeven te twijfelen over wat zijn of haar leven betekend heeft of een doel en betekenis heeft gehad, en/of betwijfelt dat hij of zij daden heeft gesteld die positief herinnerd zullen worden door anderen.
- c. Vind betekenis in het dagdagelijkse leven - Bekijk de cliënt zijn of haar beeld op het dagelijkse leven. Is de cliënt in staat betekenisvolle activiteiten of belangrijke sociale relaties te identificeren die hij of zij blijft waarderen? Geeft de cliënt aanwijzingen voor dat hij of zij betrokken is of geïnteresseerd is in gebeurtenissen, zowel binnen als buiten de zorginstelling ?
- d. Heeft vrede met het leven – De cliënt geeft aan zijn of haar levenssituatie en prognose te hebben geaccepteerd en is nu actief het levenseinde aan het voorbereiden.
Proces:
Begin een gesprek met de cliënt over zijn of haar subjectieve evaluatie van de huidige levenssituatie. Vraag de cliënt waar hij of zij naar uitkijkt om te doen of van wie hij of zij graag bezoek krijgt. Welke aanpak gebruikt de cliënt om te kunnen omgaan met zijn/haar gevoelens over de omstandigheden? Wat vindt hij of zij helpend of wat niet als een bron van troost of leiding?
Spirituele zaken zijn vaak erg gevoelige materie. Wees in het bijzonder bewust van culturele factoren die de bereidheid of vlotheid van de cliënt of familie in dit gesprek kan beïnvloeden. Vraag de persoon of hij of zij graag met iemand over spirituele zaken zou spreken.
Codering:
Als de persoon niet in staat is of niet bereid is om te praten over deze zaken, of wanneer het op het moment van de beoordeling niet gepast is om over spiritualiteit te spreken, codeer 8.
- 0: Nee
- 1: Ja
- 8: Cliënt kon niet/wou niet antwoorden.