Het is belangrijk om het eigenlijke functioneren van de cliënt inzake herinneren, beslissingen nemen en organiseren van dagdagelijkse zelfzorgactiviteiten te bepalen. Deze items zijn doorslaggevende factoren in vele zorgplanbesluiten; ze beïnvloeden de mate waarop een cliënt instructies en behandelingsregimes kan volgen en gepaste onafhankelijke beslissingen kan nemen.
De focus ligt op het presteren van de cliënt op specifieke indicatoren van cognitief functioneren.
Vragen over cognitief functioneren en het geheugen kunnen gevoelig liggen. Cliënten kunnen zich verdedigend opstellen of geagiteerd geraken. Indien een cliënt zich ervan bewust is geen verstandig antwoord te kunnen geven, kan hij/zij zich kwetsbaar, verlegen of gefrustreerd voelen.
Zorg ervoor dat u de cliënt in vertrouwen vragen stelt, in een rustige ruimte zonder afleiding d.w.z. niet in aanwezigheid van andere cliënten of familie (tenzij de cliënt dit wilt), televisie, muziek, enz.. Gebruik een niet-oordelende manier van vragen stellen. Dit zal helpen het nodige gevoel van vertrouwen tussen zorgverlener en de cliënt te scheppen. Ga, na antwoorden te hebben gekregen op de vragen, indien nodig ook te rade bij familie of anderen om de informatie over het cognitief functioneren van de cliënt in de laatste drie dagen te verduidelijken of de juistheid ervan na te gaan. Deze informatie is speciaal van belang voor cliënten met beperkte communicatieve vaardigheden of taalbarrières.
Een aanbevolen aanpak om de cognitie te beoordelen is: