C7. Tabak en alcohol
a. Rookt dagelijks tabak.
Bedoeling:
Om te bepalen of de cliënt rookt
Proces:
Vraag rechtstreeks aan de cliënt of hij of zij rookt, en hoe vaak en hoe veel. Raadpleeg familieleden indien nodig. Verzeker de cliënt dat hij of zij niet veroordeeld wordt op zijn of haar rookgedrag en dat het eenvoudig een poging is om meer te weten te komen over hem of haar.
Codering:
Codeer voor dagelijks roken:
- 0. Nee
- 1. Niet in de laatste 3 dagen, maar is normaal gezien dagelijks roker
- 2. Ja
b. Alcohol
Bedoeling:
Te bepalen of de consumptie van alcohol een mogelijk probleem is door het hoogst aantal consumpties bij een gelegenheid in de laatste 14 dagen te bepalen. Deze informatie kan bruikbaar zijn voor zorgplanning, zeker voor medicatie- analgesia gebruik
Definitie:
Alcohol - Omvat bier, wijn, sterke drank en likeuren
Eén gelegenheid - Een bepaald punt in de tijd bijvoorbeeld een lunch, na het werk, op een sociale gebeurtenis, tijdens televisie kijken
Proces:
Vraag het de cliënt. Begin met de vraag “Drinkt u alcohol?” Als de cliënt ja zegt, ga dan door met “Als u terugkijkt op de laatste 14 dagen, wat is dan het grootste aantal glazen dat u bij één gelegenheid gedronken hebt?”. U kunt als dat nodig is familie of vrienden raadplegen. Soms is het verstandig om de cliënt en familie apart erover te spreken. Als er een discrepantie in de rapportage over de genomen hoeveelheid op een gelegenheid, gebruik uw klinisch oordeel om dit item te coderen.
Codering:
Codeer voor het hoogste aantal alcoholische consumpties die de cliënt bij één gelegenheid in de laatste 14 dagen had.
- 0. Geen
- 1. 1
- 2. 2-4
- 3. 5 of meer