C6. Frequentie van de gezondheidsproblemen
Bedoeling:
Het vastleggen van de frequentie van specifieke problemen of symptomen die invloed (kunnen) hebben op de gezondheid, of het functioneren van de cliënt. Ook om risicofactoren te bepalen voor ziekte, ongevallen en achteruitgang in het functioneren. Deze problemen kunnen samenhangen met bijwerkingen van geneesmiddelen.
Definities:
ADEMHALING
- a. Moeite om luchtwegen te ontdoen van slijm - De cliënt meldt, of er wordt waargenomen dat de cliënt niet in staat is effectief ademhalingssecreties uit te scheiden (bijv., vanwege zwakte of pijn), secreties te verplaatsen of speeksel uit de mond te verwijderen (bijv., vanwege dysfagie of pijn) of secreties uit de tracheotomie-opening (bijv., vanwege stroperig speeksel) te verwijderen. Pogingen om de luchtwegen te ontdoen van slijm kan of kan niet effectief zijn. Bijvoorbeeld, moeilijkheden met de luchtwegen vrij te maken kan gaan over een post-abdomen chirurgie patiënt die niet kan hoesten wegens littekenpijn of een comateuze cliënt waarbij de slijmen moeten uitgezogen worden.
GASTRO-INTESTINAAL
- b. Reflux - Oprispend maagzuur in de keel.
- c. Opgeblazen gevoel - Bijv. door gezwollen abdomen, voelt zich ongewoon vol, oncomfortabel gevoel van gas in de maag.
- d. Constipatie - Geen stoelgang in de afgelopen 3 dagen of moeite ermee hebben.
- e. Diarree - Veelvuldig uitscheiden van waterige feces, door om het even welke oorzaak (bijv. door dieet, virale of bacteriële infectie.
- f. Fecale impactie - De aanwezigheid van harde stoelgang op een digitaal rectaal onderzoek. Fecale impectie kan ook aanwezig zijn als de stoelgang zichtbaar is op een abdomen x-ray in de dikke darm of hoger, zelfs met een negatief digitaal onderzoek of documentatie in het klinisch dossier van dagelijkse darmbeweging.
- g. Misselijkheid - Onaangenaam gevoel, meestal voorafgaan aan overgeven.
- h. Overgeven - Opgeven van de maaginhoud. Dit kan vele oorzaken hebben (bijv. medicatievergiftiging, griep, psychosomatisch).
SLAAPPROBLEMEN
- i. Moeite om in te slapen of blijven slapen; te vroeg wakker worden; rusteloos zijn; geen rustvolle slaap (slaap zonder uit te rusten) - Bijv. de cliënt ervaart een groot tijdsverschil tussen het moment waarom hij of zij probeert in slaap te vallen en het moment waarop men echt in slaap valt, wordt veel vroeger dan het gewenste uur wakker door een factor inherent aan zichzelf (dit omvat niet situaties waardoor de persoon is wakker gemaakt door externe factoren), ervaart een slaap waarbij men herhalend heen en weer draait of dromen die doen bewegen of wakker maken, enz. waardoor de cliënt zich niet relaxed voelt tijdens het slapen of uitgerust is wanneer hij of zij wakker is.
- j. Te veel slaap - Excessieve aantal uren slaap dat interfereert met de cliënt zijn of haar normaal functioneren.
ANDERE
- k. Duizeligheid - De sensatie van het niet op de benen kunnen blijven, draaiingen of dat de omgeving tolt, licht in het hoofd
- l. Droge mond - Afname of gebrek aan speeksel (xerostomia)
- m. Overmatig zweten - Overmatig uitscheidigen van de zweetklieren in de huid
- n. Koorts - Een stijging van de lichaamstemperatuur, vaak als gevolg van infectie.
- o. Hallucinaties - Verkeerde zintuiglijke waarnemingen van eender welk type, met of zonder inzicht, zonder overeenstemmende stimulus. Deze kunnen optreden in een of meerdere zintuigen: horen (auditorische hallucinaties), zien (visuele hallucinaties), voelen (tactiele hallucinaties), proeven ( gustatorische hallucinaties) en ruiken (olfactorische hallucinaties).
- p. De hik - Een onderbroken spasme van het diafragma dat geluid (de hik) produceert en resultaat is van vibraties van de gesloten vocale koorden terwijl lucht in de longen gaat.
- q. Geelzucht - Gele verkleuring van de lichaamweefsel of vochten, als een resultaat van verhoogde niveau van bilirubin.
- r. Spierkrampen - Pijnlijke contracties van een spier, wat kan verholpen worden door het stretchen van de bepaalde spier.
- s. Perifeer oedeem - Buitensporige opeenhoping van vocht, lokaal of systematisch (algemeen). Omvat alle types van oedeem (bijv. afhankelijke, ademhaling, blaas).
- t. Insulten - Stoornis van de hersen functie, gekarakteriseerd door plotse episodes van veranderlijk bewustzijn, sensorische veranderen, motor activiteit or ongepast gedrag. Kan focaal (lokaal) of algemeen zijn.
- u. Beroerte - Elk verlies van hersenfunctie dat het resultaat is van een gedeeltelijke of totale onderbreking van bloedtoevoer naar een deel van de hersenen.
- v. Spierspasmen - Eenvoudige, snelle, spasmische contracties van een spier.
Proces:
Vraag de persoon of hij of zij enige fysieke symptomen heeft ervaren in de laatste drie dagen. Als de cliënt niet kan antwoorden, bekijk beschikbare klinische dossiers en raadpleeg de familieleden. Let op om te coderen voor zowel de aanwezigheid van de indicator als voor het aantal dagen waarin het werd getoond, ongeacht hoe vaak het was vertoond in een dag
Codering:
Codeer voor aanwezigheid van het probleem in de laatste 3 dagen.
- 0. Niet aanwezig
- 1. Aanwezig, maar in de laatste 3 dagen niet vertoond (Gebruik deze code enkel als je weet dat de aandoening aanwezig en actief is, maar dat het niet is geobserveerd in de laatste 3 dagen)
- 2. Op 1 van de laatste 3 dagen vertoond
- 3. Op 2 van de laatste 3 dagen vertoond
- 4. Dagelijks in de laatste 3 dagen vertoond