Fecale incontinentie komt zelden alleen voor. Vaak gaat het gepaard met constipatie of diarree, of is het een chronische en uiterst moeilijk te behandelen aandoening. Nu en dan duidt fecale incontinentie, vooral als de cliënt er vaak last van heeft, op schade aan de sluitspier van de anus. Voor velen is deze aandoening vooral omwille van haar invloed op het sociaal functioneren een grote bekommernis.
Er bestaat geen standaarddefinitie voor ‘constipatie’. Misschien wordt het begrip wel nog het vaakst gedefinieerd als ‘gedurende drie of meer dagen geen stoelgang hebben’. Als een cliënt gedurende een dergelijke periode geen stoelgang heeft, is de ontlasting meestal veel harder dan gewoonlijk en vaak moeilijker te verwijderen. Sommige cliënten hebben harde ontlasting of vinden het ongemakkelijk om stoelgang te hebben. Dergelijke cliënten vertellen hun arts dan gewoonlijk dat ze last hebben van constipatie. Constipatieproblemen zijn in de VS verantwoordelijk voor ongeveer 2,5 miljoen doktersbezoeken per jaar. De prevalentie van constipatie bij ouderen die zelfstandig wonen is ongeveer 20%. Voor een gedeelte weerspiegelt dat hoge percentage wellicht veranderingen in het colon die met het verouderingsproces gepaard gaan.
Men spreekt van diarree als de frequentie en de hoeveelheid van de ontlasting toegenomen zijn en/of de ontlasting wateriger is dan gewoonlijk. Net zoals de andere aandoeningen kan diarree chronisch of acuut zijn. Het gaat vaak gepaard met abdominale pijn, koorts of andere symptomen en kan gewoon lichtjes vervelend of levensbedreigend zijn. Diarree kan veroorzaakt worden door een acuut infectueus middel of kan een weerspiegeling zijn van een aandoening van vooral het colon (vb. diverticulitus) of de dunne darm. Bovendien kan diarree ook waargenomen worden wanneer het colon van de cliënt met stoelgang verstopt is en er alleen slappe stoelgang verwijderd wordt.