O7. Beperkende maatregelen en noodzakelijke hulpmiddelen
Bedoeling:
Het vastleggen van de frequentie, in de laatste drie dagen, dat de cliënt overdag of ‘s nachts in zijn/haar lichaamsbewegingen door de hieronder genoemde middelen werd beperkt (a, b en c) of noodzakelijk moet worden geholpen. Dit kan een beeld geven van de complexiteit van de zorgen.
Definities:
Deze categorie omvat enerzijds het gebruik van elk van de beschreven middelen (materiaal of apparaat dat is vastgehecht of zich nabij het lichaam bevindt) dat de cliënt niet gemakkelijk kan verwijderen en dat de bewegingsvrijheid of normale toegang tot zijn/haar lichaam beperkt en anderzijds de noodzakelijke hulpmiddelen die de cliënt nodig heeft om zich bijvoorbeeld beter te kunnen voortbewegen.
- a. Onrusthekkens aan alle open kanten van het bed — Volledige onrusthekkens kunnen één of meer hekkens zijn langs beide zijden van het bed van de cliënt die driekwart tot de gehele lengte van het bed van boven tot onder blokkeren. De definitie omvat ook bedden die tegen de muur staan (zodat cliënt aan die kant niet uit bed kan) waarvan de andere zijde door een heel onrusthekken (in één of meer delen is geblokkeerd. Een scherm, zoals soms op de kinderafdelingen wordt gebruikt, valt ook onder deze categorie.
- b. Bovenlichaamfixatie — Omvat elk middel, apparaat of materiaal dat de cliënt niet gemakkelijk kan verwijderen (bijv., dwangbuis of Zweedse band).
- c. Stoel waaruit de cliënt niet kan opstaan — Elk type stoel met gesloten dekblad of stoel die de cliënt in een achteroverliggende houding brengt waardoor het opstaan wordt verhinderd, of een stoel die zacht en laag bij de vloer is (bijv. luchtpoef). Omvat ook “comfort kussens” op de schoot.
- d. Anti-decubitusmateriaal; specificeer (andere) ...
- f. Driepoot, looprek, rollator, wandelstok
- h. Elektrische rolstoel of elektronische scooter
- i. Ondersteuning door een persoon bij verplaatsingen en/of stappen (bijv., kan niet meer zelf opstaan uit bed)
- k. Compressietherapie
- l. Incontinentiemateriaal
- 1. Inlegluiers
- 2. Stretchbroekjes en inlegluiers
- 3. Luiers (pleistersysteem)
- 4. Pants (luier en slip in één)
- 5. Bedbeschermers
- 6. Stoel- en/of zetelbeschermers
- m. Aangepaste zetel of stoel, (aangepaste) toiletstoel, aangepast bed
- o. Andere (bijv., papegaai, aspirator, zuurstofapparaat, ...) specificeer: ...
Proces:
Observeer en vraag aan de cliënt, de familieleden en andere hulpverleners welke middelen en maatregelen worden gebruikt en toegepast. Bekijk eventueel het cliëntdossier.
Codering:
Codeer (en specificeer) als volgt:
- 0. Niet gebruikt
- 1. Minder dan dagelijks gebruikt
- 2. Dagelijks gebruikt, maar alleen ’s nachts
- 3. Dagelijks gebruikt, maar alleen overdag
- 4. ’s Nachts en overdag gebruikt, maar niet constant
- 5. Constant 24 uur gebruikt (omvat ook periodiek losmaken)