Het beoordelen van frequentie en consequentie van het gebruik van tabak en alcohol door de cliënt.
Voor alcohol: vraag het aan de cliënt. U kunt als dat nodig is familie of vrienden raadplegen. Soms is het verstandig om de cliënt en familie apart erover te spreken. Begin met de vraag “Drinkt u alcohol?” Als de cliënt ja zegt, ga dan door met “Als u terugkijkt op de laatste 14 dagen, wat is dan het grootste aantal glazen dat u bij één gelegenheid gedronken hebt?”. “Eén gelegenheid” refereert naar een bepaald punt in de tijd bijvoorbeeld een lunch, een sociale gebeurtenis, televisiekijken ‘s avonds, een pauze op het werk, …
a. Rookt dagelijks tabak
Dit verwijst naar sigaren, sigaretten of elk ander tabaksproduct dat wordt ingeademd.
Codeer voor roken:
b. Alcohol
Consumpties (glazen) bij één gelegenheid in de LAATSTE 14 DAGEN.
Codeer voor het hoogste aantal alcoholische consumpties (glazen) die de cliënt bij één gelegenheid in de laatste 14 dagen had: