D2. Anderen kunnen begrijpen (Begrip)
Bedoeling:
Het beschrijven van het vermogen om verbale informatie te begrijpen, of deze nu mondeling, schriftelijk of door gebarentaal of in braille wordt gecommuniceerd. Dit item meet niet alleen het vermogen van de cliënt om boodschappen te horen maar ook het verwerken en begrijpen van taal.
Definitie:
Dit item gaat om het vermogen om de inhoud van woorden (of van gebaren) op welke manier dan ook te begrijpen. Het omvat ook het gebruik van een hoorapparaat, indien nodig. Dit item moet echter niet testen of het probleem het begrijpen is van een bepaalde taal, zoals wanneer de moedertaal van de cliënt een andere is dan die gewoonlijk door anderen wordt gebruikt.
Proces:
Ga met de cliënt om. Raadpleeg de directe zorgverleners (bijv. zieken¬verzorgenden), zo mogelijk uit alle diensten, de familie van de cliënt en de logopedist (indien aanwezig).
Codering:
Vul het nummer in dat met het meest juiste antwoord overeenkomt.
- 0. Begrijpt — Begrijpt duidelijk de boodschap(pen) van de spreker en toont dat door woorden, acties of gedrag.
- 1. Begrijpt gewoonlijk — Mist een deel of de bedoeling van de boodschap, MAAR begrijpt het meeste van het gesprek. De cliënt kan nu en dan moeite hebben om de informatie in te passen, maar laat over het algemeen door woorden of daden zien de boodschap te hebben begrepen.
- 2. Begrijpt vaak — Mist een deel of de bedoeling van de boodschap, MAAR kan met herhalen of uitleg vaak het gesprek begrijpen.
- 3. Begrijpt soms — Toont herhaaldelijk moeite te hebben bij het inpassen van informatie en reageert slechts goed op eenvoudige en directe vragen of aanwijzingen.
- 4. Begrijpt zelden of nooit
Voorbeeld van anderen begrijpen:
- De moedertaal van mevrouw X. is Chinees. Ze kan daardoor de instructies van de verzorgenden niet begrijpen, omdat die hoofdzakelijk Nederlands spreken. Wanneer haar man echter aanwezig is en de instructies voor haar naar het Chinees vertaalt, begrijpt ze gewoonlijk wat wordt bedoeld, ofschoon ze soms in verwarring raakt. Wanneer ze in verwarring raakt, kan haar man het haar toch doen begrijpen door het op een eenvoudiger manier te zeggen en haar te vragen “of ze het begrijpt”. Codeer “ 2”. Redenering: wanneer de taal buiten beschouwing wordt gelaten, mist mevrouw X. slechts weinig van wat haar wordt gezegd en begrijpt met wat aandringen.