I. Betekenis van code 1 bij de IADL-CAP
De IADL-CAP wordt geactiveerd met code 1. Dat betekent dat deze cliënt zowel de mogelijkheid bezit als de wil heeft om de uitvoering van zijn/haar IADL-activiteiten te verbeteren. De cliënt vertoont de vier belangrijke onderstaande kenmerken:
- Eén of meer van de volgende vier items zijn aanwezig:
- De cliënt denkt tot grotere zelfstandigheid in staat te zijn
- De zorgverstrekker denkt dat de cliënt tot grotere zelfstandigheid in staat is
- De cliënt maakt een goede kans op herstel van recente ziekten (Merk op: dit item komt niet aan bod in interRAI’s integrated suite, maar in versie 2.0)
- De ADL-status is slechter geworden
- IADL-probleem (capaciteit) – Een totaal van 7 of hoger op de IADL-schaal van interRAI’s new suite, berekend door de codes voor de volgende probleem- of capaciteitsitems op te tellen: het bereiden van een maaltijd, gewoon huishoudelijk werk of boodschappen doen en gebruik maken van transport. Toch dient de cliënt tot op een zeker niveau in staat te zijn IADL-activiteiten zelfstandig uit te voeren.
- ADL-prestaties – De cliënt mag niet volledig afhankelijk zijn in het uitvoeren van zijn/haar ADL-activiteiten (zoals zich aankleden). Dat betekent dat hij/zij een score van 0, 1, 2, of 3 dient te halen op de ADL-schaal van RAI, wat staat voor niveaus gaande van ‘zelfstandig’ tot ‘ontvangt uitgebreide hulp bij het uitvoeren van “early loss” ADL-activiteiten’.
- Cognitieve prestaties – De cliënt dient tenminste over enkele cognitieve capaciteiten te beschikken. Dat betekent dat hij/zij een score van 0, 1, of 2 op de Cognitive Performance Scale (CPS) dient te halen (niveaus variëren van ‘zelfstandig’ tot ‘lichte beperking’).
Deze groep omvat 20% van de ouderen die thuiszorg ontvangen en 6% van de zelfstandig wonende ouderen. Over een periode van 90 dagen zal 15% van de ouderen die thuiszorg ontvangen zelfstandiger worden in het uitvoeren van IADL-activiteiten. Het doel is een stijging van dat percentage te bekomen (in de VS).