P4. Toestand van de mantelzorger(s)
Bedoeling:
Het vaststellen of de mantelzorgers in staat zijn om een toename in de behoeften van de cliënt op te vangen.
Deze vraag zou, waar de cliënt niet bij is, persoonlijk aan de mantelzorgers moeten worden gesteld. Wees tactvol. Geef aan dat u de consequenties beseft van de hulp die ze momenteel geven en het vooruitzicht van de noodzaak voor meer hulp. Probeer vast te stellen of de mantelzorgers realistisch zijn als zij nadenken over hun draagkracht om meer zorg te geven. Vraag de cliënt apart over zijn of haar kijk op de bereidwilligheid van de mantelzorgers meer hulp te geven als dat nodig is. Luister zorgvuldig naar wat er wordt gezegd. De mantelzorgers kunnen bereid en in staat zijn om door te gaan, maar de cliënt kan er anders over denken op basis van zijn of haar kijk op de huidige relatie en de toekomstige behoeften. Weeg beide visies tegen elkaar af en gebruik uw best mogelijk klinisch oordeel met de bedoeling goed te coderen.
Definities:
- a. Relatie met familie is sterk en ondersteunend. - Als de cliënt een ondersteunende relatie met zijn/haar familieleden heeft, voelt de cliënt dat hij/zij altijd op de familieleden kan rekenen. Dit is ook het geval wanneer de familieleden betrokken zijn bij de verzorging van de cliënt, bij huishoudelijke activiteiten, bij zijn/haar financieel beheer of door hem/haar te helpen in geval van beslissingen over zijn/haar gezondheidstoestand.
- b. Mantelzorger(s) is (zijn) niet in staat om met de zorgactiviteiten verder te gaan. - De mantelzorger, de cliënt of de beoordelaar denkt dat de mantelzorger niet in staat is door te gaan met de zorgactiviteiten. Dit kan om vele redenen zoals bijvoorbeeld een gebrek aan motivatie om door te gaan, te ver weg wonen, andere zaken die de volle aandacht vragen (zorg voor een kind, problemen op het werk), persoonlijke gezondheid.
- c. Primaire mantelzorger uit gevoelens van droefheid, woede of depressie. - De mantelzorger uit op welke wijze dan ook dat hij of zij zich ongelukkig voelt, boos is of in conflict verkeert vanwege het zorgen voor de cliënt.
- d. Familie of naaste vrienden geven aan erg van streek te zijn door de ziekte van de cliënt – Een of meer familieleden of naaste vrienden laten de zorgverleners weten dat ze slecht raad weten met de ziekte van de cliënt. Ze zeggen dat ze overweldigd of gestresseerd zijn uit zorg voor het welzijn van de cliënt. Ze kunnen ook aangeven dat ze hevig gestresseerd worden door het probleemgedrag van de cliënt als dat er is. Familie of vrienden die non-verbale indicatoren tonen als toegenomen gezondheidsproblemen of depressiviteit moeten niet als “ja” worden gecodeerd.
Proces:
Bevraag de mantelzorgers en de cliënt afzonderlijk over de mogelijkheid om de zorg te blijven geven. Voor deze items moet u niet enkel aan de huidige situatie denken, maar ook aan de toekomstige behoeften. De mantelzorgers zijn misschien bereidwillig om door te gaan, maar omdat de cliënt voelt dat hij of zij een last is, kan deze stellen dat de mantelzorgers niet kunnen doorgaan. Neem deze informatie in overweging en gebruik uw klinisch oordeel om juist te scoren. Dit is een gevoelig onderwerp waar voorzichtig mee moet worden omgegaan. Luister zorgvuldig naar wat er wordt gezegd.
Codering: