N5. Ziekenhuisverblijf, bezoek aan spoeddienst, raadpleging arts
a. Opnames in het ziekenhuis met tenminste één overnachting
Bedoeling:
Het vastleggen van hoe vaak de cliënt in de laatste 90 dagen, of sinds de laatste beoordeling als die minder dan 90 dagen geleden gebeurde, in het ziekenhuis was opgenomen met tenminste één overnachting. Als de cliënt voor de eerste maal verwezen werd naar de thuiszorgorganisatie, omvat dit item ook de ziekenhuisopnamen voorafgaand aan de verwijzing.
Definitie:
De cliënt was formeel als klinisch patiënt door een arts in het ziekenhuis opgenomen met de verwachting dat hij/zij daar tenminste één nacht zou doorbrengen. Dagverpleging, polikliniek enzovoort zijn hierbij niet inbegrepen.
Proces:
Neem het cliëntdossier door of vraag aan de familie.
Codering:
Vul het aantal ziekenhuisopnamen in het hokje in. Vul “0” in als er geen ziekenhuisopnamen zijn geweest.
Voorbeelden:
- De heer W. heeft een bloedziekte en ontvangt twee keer per maand poliklinisch transfusies in het plaatselijk ziekenhuis. In de afgelopen maand was de heer W. 2 dagen in het ziekenhuis opgenomen nadat hij tijdens de bloedtransfusie koorts had gekregen. Codeer “1” voor één ziekenhuisopname in de laatste 90 dagen.
b. Bezoek aan een spoeddienst (zonder overnachting)
Bedoeling:
Het vastleggen of de cliënt in de laatste 90 dagen, of sinds de laatste beoordeling als die minder dan 90 dagen geleden gebeurde, een spoeddienst heeft bezocht (bijv. voor behandeling of onderzoek), maar op dat moment niet in het ziekenhuis is opgenomen voor een verblijf met overnachting. Als de cliënt voor de eerste maal verwezen werd naar de thuiszorgorganisatie, omvat dit item ook bezoeken aan de spoeddienst voorafgaand aan de verwijzing.
Definitie:
Bezoek aan een spoeddienst dat niet direct in een verblijf met overnachting in het ziekenhuis heeft uitgemond. Sluit vooraf geplande bezoeken voor onderzoek door een arts, transfusies, chemotherapie, enzovoort hiervan uit.
Proces:
Neem het cliëntdossier door. Bij eerste opname vraag het dan aan de cliënt en zijn/haar familie en neem de overdrachtsdocumenten door.
Codering:
Vul het aantal bezoeken aan de spoeddienst in de laatste 90 dagen, of sinds de laatste beoordeling als die minder dan 90 dagen geleden gebeurde, in. Vul “0” in als er geen bezoeken aan de spoeddienst zijn geweest.
Voorbeelden:
- Op een avond klaagde de heer X. over pijn in de borst en kortademigheid. Hij werd voor onderzoek naar de plaatselijke spoeddienst gebracht. Op de spoeddienst kreeg hij Lasix, nitraten en zuurstof. Tegen de tijd dat hij weer stabiel was, was het laat op de avond en werd hij voor observatie opgenomen. De volgende middag werd hij terug naar huis gebracht. Codeer “0” voor Spoeddienst zonder overnachting. De reden om dit zo te coderen is dat hoewel de heer X. naar de spoeddienst werd gebracht, hij voor een nacht in het ziekenhuis werd opgenomen. Een overnachting in het ziekenhuis maakt geen deel uit van de definitie van dit item.
- Gedurende de nacht gleed mevrouw F. op weg naar het toilet uit en viel. Ze klaagde over pijn in haar rechterheup en werd naar de spoeddienst gebracht voor het maken van röntgenfoto’s. Op de röntgenfoto’s was geen breuk te zien en mevrouw F. werd binnen enkele uren naar huis teruggebracht. Codeer “1” voor Spoeddienst zonder overnachting.
c. Raadpleging arts of bevoegd assistent
Bedoeling:
Het vastleggen van het aantal dagen in de laatste 90 dagen, of sinds de laatste beoordeling als die minder dan 90 dagen geleden gebeurde, dat een arts de cliënt heeft onderzocht. Het onderzoek kan thuis plaatsvinden of op de praktijkkamer van de arts. De frequentie van de raadplegingen is in sommige gevallen een aanwijzing voor de klinische complexiteit.
Definitie:
Arts — Arts, specialist of tandarts, al dan niet aan de thuiszorgorganisatie verbonden. Omvat ook een bevoegd arts-assistent of een speciaal opgeleid verpleegkundige die met de arts samenwerkt.
Codering:
Vul het aantal dagen in dat de arts de cliënt onderzocht heeft. Indien geen, vul dan “0” in.