G4. Activiteitsniveau
Bedoeling:
Matig lichamelijk actief zijn tegelijk met activiteiten van het dagelijks leven of zelf gekozen recreatieve activiteiten kunnen een cliënt op vele manieren fit houden. Beneden een zekere activiteitsdrempel kan achteruitgang in lichamelijk functioneren versneld plaatsvinden. Cliënten die aan lichamelijke oefeningen deelnemen, daarentegen, kunnen een stuk sterker worden en aan uithoudingsvermogen winnen. De oefeningen hoeven niet inspannend te zijn om profijt te leveren. Regelmatig wandelen of rijden in een rolstoel kunnen in het geheel van uren daaraan besteed deel uitmaken, evenals kinesitherapie of andere oefeningen.
a.Totaal aantal uren lichamelijke activiteit of oefening in de laatste 3 dagen — bijv., wandelen
Proces:
Vraag de cliënt en familie de betrokkenheid bij lichamelijke activiteiten te beschrijven (bijv., ADL’s, wandelen, huis schoonmaken) in de laatste 3 dagen.
Codering:
- 0. Geen
- 1. Minder dan 1 uur
- 2. 1-2 uren
- 3. 3-4 uren
- 4. Meer dan 4 uren
b. Aantal dagen dat buiten het gebouw werd gegaan in de laatste 3 dagen (hoe kort ook)
Definitie:
Uit huis of het gebouw betekent dat de cliënt naar buiten ging. Dit kan buiten zijn, in de deuropening staan of elke dag buiten wandelen.
Proces:
Baseer het coderen van dit item op die dagen in de huidige 3 dagen periode dat het weer de cliënt toestond het huis of het gebouw te verlaten. Bijvoorbeeld, als het sneeuwde of er een “tropische” regenval was gedurende 7 van die dagen, stel dan deze vragen op basis van een normale 3-dagen periode tijdens de rest van de vorige maand.
Codering:
- 0. Geen
- 1. Niet in de laatste 3 dagen, maar gewoonlijk in een periode van 3 dagen wel
- 2. 1-2 dagen
- 3. 3 dagen