E2. Zelfgemelde stemming
Bedoeling:
Het registreren van de stemming van de cliënt in de laatste 3 dagen, zoals hij/zij die zelf heeft gerapporteerd. In sommige gevallen meldt de cliënt misschien dat een indicator in de laatste 3 dagen niet werd gevoeld, maar dat hij wel nog aanwezig en actief is op zo’n manier dat het op zijn/haar huidige zorgbehoeften een gewichtige invloed heeft.
Definities:
Woordelijke meldingen van de cliënts subjectieve evaluatie van drie dimensies van stemming (dysforie, angst en anhedonia) in de laatste 3 dagen, als antwoord op deze drie vragen:
“Hoe vaak in de laatste 3 dagen voelde u ….
- a) … weinig belangstelling voor of plezier in dingen waar u gewoonlijk van geniet?
- b) … zich angstig, rusteloos of ongemakkelijk?
- c) … zich bedroefd, depressief of hopeloos?”
Proces:
Stel de cliënt de vragen zodra u uw beoordeling van de andere items in deze sectie hebt beëindigd. Het gaat er bij dit item om dat alleen het oordeel van de cliënt zelf wordt vastgelegd. Codeer de stemming van de cliënt niet op basis van uw eigen conclusies en leg ook niet vast wat familie, vrienden of andere informanten menen. Deze items moeten strikt als zelfbeoordeling worden gezien. Als de cliënt niet in staat is (bijv. door een cognitieve stoornis) of weigert te antwoorden, blijf dan niet te lang bij deze items stilstaan en antwoord niet in de plaats van de cliënt. Codeer in zo’n situatie echter dat de cliënt niet kon of wilde antwoorden.
Codering:
Codeer alleen het oordeel van de cliënt over de aanwezigheid van elke indicator in de laatste 3 dagen, ongeacht wat de cliënt over de onderliggende oorzaak van het probleem denkt en ongeacht uw mening of die van anderen. Denk eraan zowel de aanwezigheid van de indicator als het aantal dagen waarop de indicator werd gevoeld te coderen, ongeacht hoe vaak dat per dag was. Codeer het item als ‘8’ als de cliënt niet kan of wil antwoorden. Gebruik de volgende codes:
- 0.Niet in de laatste 3 dagen
- 1. Niet in de laatste 3 dagen, maar voelt zich vaak zo. Let op: gebruik deze code alleen als de cliënt aangeeft dat het gevoel aanwezig en actief is, maar niet in de laatste 3 dagen werd waargenomen.
- 2. Op 1-2 van de laatste 3 dagen
- 3. Dagelijks in de laatste 3 dagen
- 8. Cliënt kon of wilde niet antwoorden