D1. Uiting - Zichzelf duidelijk maken
Bedoeling:
Het documenteren van het vermogen van de cliënt om informatie-inhoud te communiceren, verbaal dan wel non-verbaal.
Dit betreft het uiten of communiceren van verzoeken, behoeften, meningen, urgente problemen en sociale conversatie door praten, schrijven, gebarentaal of een combinatie van deze (ook het gebruik van woordenbord of toetsenbord). Bij dit item gaat het niet om verschillen in het begrijpen van taal, zoals bijvoorbeeld een Swahili sprekende cliënt in een Belgische instelling.
Proces:
Maak contact met de cliënt. Observeer en luister naar zijn/haar pogingen om met u te communiceren. Als de cliënt communicatiehulpmiddelen heeft, moedig het gebruik daarvan aan. Observeer de omgang met anderen in verschillende settings (bijv., één-op-één, in groepen) en in verschillende omstandigheden (bijv., indien kalm en bij opwinding). Informeer u bij de eerstverantwoordelijke ziekenverzorgende en andere directe zorgverleners, zo mogelijk uit alle diensten, bij familie en logopedist (als die er is).
Codering:
Vul het nummer in dat het best overeenkomt met het vermogen van de cliënt om zichzelf gedurende de laatste drie dagen duidelijk te maken.
- 0. Wordt begrepen — Uit ideeën zonder moeite.
- 1. Wordt gewoonlijk begrepen — Moeite om woorden te vinden of gedachten af te maken MAAR weinig of geen hulp nodig als voldoende tijd wordt gegeven.
- 2. Wordt vaak begrepen – Moeite om woorden te vinden of gedachten af te maken EN gewoonlijk hulp nodig.
- 3. Wordt soms begrepen — Vermogen beperkt tot het kenbaar maken van concrete verzoeken (bijv., eten, drinken, slapen, toiletgang, pijn)
- 4. Wordt zelden of nooit begrepen — In het beste geval is het begrepen worden beperkt tot een interpretatie door zorgverleners van hoogst individuele specifieke geluiden of lichaamstaal (bijv., het aangeven van pijn of de behoefte om naar het toilet te gaan).