I. Betekenis van code 2 bij de Fysieke fixatie-CAP

De Fysieke fixatie-CAP wordt geactiveerd met code 2. Dit betekent dat de bewegingsvrijheid van deze cliënt op het moment van beoordeling beperkt werd door fixatiemateriaal, zoals een heupgordel, pols- en/of enkelbanden of een stoel die het recht opstaan of het vrij bewegen onmogelijk maakt.

Deze CAP maakt een onderscheid tussen 2 typen gefixeerde cliënten op basis van hun ADL-status. Tot de ene subgroep behoren gefixeerde cliënten die nog weinig ADL-zelfstandigheid bezitten (activering CAP code 1), terwijl de andere subgroep gefixeerde cliënten includeert die nog behoorlijk zelfstandig zijn in het uitvoeren van ADL-activiteiten (activering CAP code 2).

Wanneer de CAP geactiveerd wordt met code 2 , wordt gevraagd het fixatiemateriaal te verwijderen bij een cliënt die zelf nog enkele "middle loss" of "early loss" ADL-activiteiten kan uitvoeren (vb. persoonlijke hygiëne, zich aankleden en wandelen). Cliënten in deze subgroep worden meestal gefixeerd om valincidenten, desoriëntatie en gedragsproblemen (vb. het zich verzetten tegen hulp, fysieke agressiviteit, ongepast sociaal gedrag) te voorkomen. Ongeveer 20% van de gefixeerde ouderen kan in deze groep ondergebracht worden. Instellingen met een effectief fixatiearm beleid slagen erin het overgrote deel van die ouderen fixatievrij te houden.

Let op: deze CAP is van toepassing op cliënten in een RVT of een postacute zorginstelling, NIET op zelfstandig wonende cliënten die thuiszorg ontvangen.
Bij activering van de Fysieke fixatie-CAP, worden dezelfde richtlijnen gebruikt voor zowel code 1 als code 2.

Terug code 2

  Page Info My Prefs
This page (revision-14) last changed on 09:15 29-Nov-2019 by DirkVanneste.
 
BelRAI @2007

JSPWiki v2.4.104
[RSS]