I. Betekenis van code 1 bij de Fysieke fixatie-CAP

De Fysieke fixatie-CAP wordt geactiveerd met code 1. Dit betekent dat de bewegingsvrijheid van deze cliënt op het moment van beoordeling beperkt werd door fixatiemateriaal, zoals een heupgordel, pols- en/of enkelbanden of een stoel die het recht opstaan of het vrij bewegen onmogelijk maakt.

Deze CAP maakt een onderscheid tussen 2 typen gefixeerde cliënten op basis van hun ADL-status. Tot de ene subgroep behoren gefixeerde cliënten die nog weinig ADL-zelfstandigheid bezitten (activering CAP code 1), terwijl de andere subgroep gefixeerde cliënten includeert die nog behoorlijk zelfstandig zijn in het uitvoeren van ADL-activiteiten (activering CAP code 2).

Wanneer de CAP geactiveerd wordt met code 1, wordt gevraagd het fixatiemateriaal te verwijderen bij een cliënt die zelf (bijna) niet meer in staat is "middle loss" of "early loss" ADL–activiteiten uit te voeren (vb. persoonlijke hygiëne, zich aankleden en wandelen). Personen in deze subgroep zullen eerder een geschiedenis van valincidenten en gedragproblemen vertonen dan personen in de niet-geactiveerde groep (zonder fixatie). Ongeveer 70 % van deze cliënten vertonen een ernstig cognitief verlies en een gelijkaardig percentage is niet meer in staat te wandelen of een rolstoel te gebruiken. Ongeveer 40% kan niet meer zelfstandig rechtop zitten, 25% ervaart gezichtsstoornissen of heeft problemen om anderen te begrijpen, en 15% krijgt sondevoeding. Via een effectief fixatiearm beleid kunnen bijna al deze cliënten fixatievrij blijven.

Let op: deze CAP is van toepassing op cliënten in een RVT of een postacute zorginstelling, NIET op zelfstandig wonende cliënten die thuiszorg ontvangen.
Bij activering van de Fysieke fixatie-CAP, worden dezelfde richtlijnen gebruikt voor zowel code 1 als code 2.

Terug code 1

  Page Info My Prefs
This page (revision-23) last changed on 09:14 29-Nov-2019 by DirkVanneste.
 
BelRAI @2007

JSPWiki v2.4.104
[RSS]