De Fysieke fixatie-CAP wordt niet geactiveerd. Dit betekent dat de bewegingsvrijheid van deze cliënt op het moment van beoordeling NIET beperkt werd door fixatiemateriaal zoals een heupgordel, pols- en/of enkelbanden of een stoel die het rechtop staan of het vrij bewegen onmogelijk maakt.
Opgepast: comateuze cliënten en cliënten met quadriplegie worden niet getriggerd. Hun toestand vereist sowieso het gebruik van specifieke stoelen en ondersteuningsapparaten.
Let op: aan het gebruik van fysieke fixatiemiddelen zijn heel wat lichamelijke en psychosociale risico’s verbonden (verlies van spiermassa, decubitus, kneuzingen, hematomen, constipatie, hopeloosheid, agitatie, depressie, …). Vandaar het belang te streven naar een fixatiearm beleid door zo veel als mogelijk gebruik te maken van alternatieven. Enkel wanneer de veiligheid van de cliënt (en anderen) en de voortzetting van een behandeling op geen enkele andere manier kan gegarandeerd worden, is het gebruik van fysieke fixatie tijdelijk toegestaan. Voorbeelden van alternatieven vindt u in stap 1 van het stappenplan uitgeschreven onder de Fysieke fixatie-CAP code 1 of code 2.