II. Probleemstelling code 2 bij de Cognitieverlies-CAP

De cognitieve kenmerken van een zelfstandig leven omvatten het vermogen om informatie waar te nemen, te registreren, op te slaan en te gebruiken evenals het vermogen om dagelijkse beslissingen te nemen. Enerzijds kunnen milde cognitieve problemen (i.e. goedaardige vergeetachtigheid, verminderd vermogen om complexe informatie te leren) met verouderingsprocessen geassocieerd worden, maar anderzijds is een cognitieve achteruitgang het resultaat van een delirium, een psychiatrische ziekte, een CVA, een metabole ziekte of een dementieel ziekteproces.

Dementie is geen op zichzelf staande ziekte, maar een syndroom. Het kan met verschillende oorzaken in verband gebracht worden. Volgens de DSM-IV-TR(info), wordt het dementieel syndroom gekenmerkt door de aanwezigheid van 3 criteria [1]:

  • 1. De ontwikkeling van multipele cognitieve stoornissen worden zichtbaar door volgende symptomen:
    • a. Geheugenstoornissen (verminderd vermogen nieuwe informatie te leren of eerder geleerde informatie te herinneren)
    • b. Een (of meer) van volgende cognitieve stoornissen:
      • Afasie (taalstoornis);
      • Apraxie (verminderd vermogen motorische handelingen uit te voeren ondanks intacte motorische functies);
      • Agnosie (onvermogen objecten te herkennen of thuis te brengen ondanks intacte sensorische functies);
      • Stoornis in uitvoerende functies (d.w.z. plannen maken, organiseren, logische gevolgtrekkingen maken, abstraheren).
  • 2. De cognitieve stoornissen in criterium 1a en 1b veroorzaken elk een significante beperking in het sociaal en/of beroepsmatig functioneren en betekenen een significante beperking ten opzichte van het vroegere niveau van functioneren.
  • 3. De stoornissen komen niet uitsluitend voor tijdens het beloop van een delirium.
Verminderde cognitieve capaciteiten bedreigen de persoonlijke zelfstandigheid en verhogen het risico op opname in een RVT. Wat de oorzaak van de cognitieve achteruitgang ook moge zijn, zorgverlening gebaseerd op een correcte diagnose is noodzakelijk voor een geschikte planning.

Nota: deze CAP wordt enkel geactiveerd bij cliënten die over nog redelijk wat cognitieve vaardigheden beschikken (gekenmerkt door een CPS–score van 2 of lager) en risico lopen op een beginnend verlies van deze capaciteiten, met als doel ze zo lang mogelijk zo zelfstandig mogelijk te houden.

ALGEMENE ZORGDOELEN

  • Optimaliseer het vermogen om ADL-activiteiten uit te voeren en om een actief sociaal leven te leiden.
  • Voorkom verdere cognitieve en fysieke achteruitgang.
  • Stimuleer veilige en zelfstandige besluitvorming.

[#1] De begrippen achteruitgang en chroniciteit moeten ook overwogen worden: (1) als er een achteruitgang is zonder de aanwezigheid van de 3 bovenstaande criteria, kan men spreken van een cognitieve achteruitgang of cognitief verval, (2) als de problemen niet chronisch zijn, maar eerder acuut fluctuerend, is een delirium meer voor de hand liggend.

Terug code 2

Attachments

DSM-IV-TR.pdf Info on DSM-IV-TR.pdf 60173 bytes
  Page Info My Prefs
This page (revision-11) last changed on 09:14 29-Nov-2019 by DirkVanneste.
 
BelRAI @2007

JSPWiki v2.4.104
[RSS]