This is version 4. It is not the current version, and thus it cannot be edited.
[Back to current version]   [Restore this version]

I. Betekenis van code 1 bij de Cognitieverlies-CAP

De Cognitieverlies-CAP wordt geactiveerd met code 1. Dat betekent dat deze cliënt aan de volgende twee voorwaarden voldoet:

  • Heeft een score van 0, 1 of 2 op de Cognitie Prestatieschaal (CPS) van het RAI wat ongeveer gelijk staat met een Mini-Mental State Examination (MMSE) van 19 of hoger. Dit betekent dat er sprake is van een intacte tot licht verstoorde cognitieve status.

EN

  • Maximum één van de volgende klinische risicofactoren voor cognitieve achteruitgang is aanwezig:
    • Ziekte van Alzheimer
    • Ander dementiesyndroom
    • Soms of nooit in staat anderen te begrijpen
    • Soms of nooit in staat zichzelf verstaanbaar te maken
    • Dagelijks herhaaldelijk klagen
    • Dagelijks veel dezelfde formuleringen herhalen (dat iets ergs zal gebeuren)
    • Ruimtelijke desoriëntatie (ronddwalen)
    • Fysieke agressiviteit
    • Nieuwe indicatie van concentratieproblemen (snel afgeleid zijn)
    • Nieuwe episoden van gewijzigde gewaarwording
    • Nieuwe episoden van onsamenhangend praten
    • Nieuwe periodes van rusteloosheid
    • Nieuwe periodes van lethargie
    • Nieuwe indicatie van een schommelend mentaal functioneren tijdens de loop van de dag
    • Cognitieve achteruitgang tijdens de laatste negentig dagen
    • Toegenomen zorgbehoefte tijdens de laatste negentig dagen
    • Nog maximaal zes maanden te leven

Wanneer de Cognitie-CAP met code 1 geactiveerd wordt, dient men het risico op cognitieve achteruitgang bij deze cliënt op te volgen. Achteruitgang van het cognitief functioneren is mogelijk vanaf het moment dat er twee of meer risicofactoren aanwezig zijn. De prestaties van deze cliënt moeten nauwlettend geobserveerd worden, zodat opkomende risicofactoren onmiddellijk gedetecteerd kunnen worden.

Deze groep omvat ongeveer 35% van de ouderen in een RVT, 75% van de ouderen die thuiszorg ontvangen en 98% van de zelfstandig wonende ouderen. Ongeveer 13% van de ouderen in deze groep die in een RVT verblijven, zal tijdens een periode van negentig dagen een neiging tot cognitieve achteruitgang vertonen. Bij de ouderen die thuiszorg krijgen neigt ongeveer 10% tot cognitieve achteruitgang (in de VS).

Attachments

MMSE.pdf Info on MMSE.pdf 152612 bytes
  Page Info My Prefs
This particular version was published on 09:14 29-Nov-2019 by DirkVanneste.
 
BelRAI @2007

JSPWiki v2.4.104
[RSS]