De ADL-CAP behandelt de mate van onafhankelijkheid waarmee een cliënt dagdagelijkse basistaken uitvoert (bv. aankleden, persoonlijke hygiëne, wandelen, naar het toilet gaan, veranderen van positie in bed, eten).
Een afname van de ADL-onafhankelijkheid is een probleem op zich dat eveneens tot een reeks van complicaties kan leiden: incontinentie, slechte communicatie, cognitief verlies, sociale isolatie, depressie, valincidenten en doorligwonden. Voor cliënten die zelfstandig wonen kan een verminderde ADL-onafhankelijkheid een belangrijke reden zijn om naar een meer gecontroleerde locatie te verhuizen (bv. gaan samenwonen met anderen, beschermd gaan wonen of verhuizen naar een RVT). Verder kan het leiden tot een toenemend gebruik van formele ondersteunende dienstverlening.
Heel wat zaken kunnen een invloed hebben op de ADL-onafhankelijkheid van de cliënt. Enkele belangrijke oorzaken zijn: achteruitgang van de cognitieve prestaties, de eerste symptomen of de opflakkering van een terugkomende chronische ziekte (bv. depressie), het optreden van een acute ziekte (bv. CVA) of een acuut gezondheidsprobleem (bv. heupfractuur), verkeerd en onverantwoord medicatiegebruik.
Terwijl dat soort aandoeningen (en dan vooral dementie) kan leiden tot een chronisch verlies van de ADL-onafhankelijkheid, kan het volgen van een programma dat de ADL-prestaties stimuleert vaak de functionele achteruitgang vertragen of zelfs omkeren.
ALGEMENE ZORGDOELEN