K2. Voedingsproblemen
Bedoeling:
Het is de bedoeling om gewichtsverlies van 5% of meer in de laatste 30 dagen of van 10% of meer in de laatste 180 dagen vast te stellen.
Definitie:
Gewichtsverlies van 5% of meer in de laatste 30 dagen of 10% of meer in de laatste 180 dagen. Duidelijk gewichtsverlies kan wijzen op een ‘failure to thrive’, een symptoom van een mogelijks ernstig medisch probleem, of op een te beperkte voedselinname ten gevolge van fysieke, psychologische, cognitieve of sociale factoren.
Procedure:
Als er gegevens over het vroegere gewicht van de patiënt beschikbaar zijn, dan moeten die gebruikt worden. Indien dergelijke gegevens niet voorhanden zijn, kan het subjectieve oordeel van de patiënt of van zijn/haar familie over eventuele gewichtsveranderingen gebruikt worden. Het identificeren van een bepaald moment ongeveer zes maanden geleden (bijv. ‘vergeleken met het laatste Nieuwjaar’) kan helpen bij het visualiseren van die periode. U kan de patiënt misschien helpen te antwoorden door de vraag “Hoeveel denk je bijgekomen/vermagerd te zijn?” te stellen. Vergelijk dat vervolgens met het gerapporteerde gewicht of met uw schatting van het huidige gewicht van de patiënt. U kan ook de volgende vragen stellen, weliswaar op een fijngevoelige manier: “Ben je veel bijgekomen/vermagerd?”, “Voel je jezelf slanker of dikker?”, “Je kleren lijken nogal los/strak te zitten, was je zes maanden geleden veel magerder/dikker?”
Codering:
Codeer alleen voor de beoordeling bij opname.
0. Nee
1. Ja