Difference between version and version      View first change»»

Back to PC Sectie O 2, or PC Sectie O 2 version history

At line 5 changed 1 line.
Het mantelzorgsysteem beoordelen, inclusief alle soorten van ondersteuning verleend worden door de primaire en secundaire mantelzorgers. Het mantelzorgsysteem verschilt van een formele relatie die de cliënt met een hulpverleningsorganisatie heeft.
Het mantelzorgsysteem beoordelen, inclusief alle soorten van ondersteuning die verleend worden door de primaire en secundaire mantelzorgers. Het mantelzorgsysteem verschilt van een formele relatie die de cliënt met een hulpverleningsorganisatie heeft.
At line 11 changed 2 lines.
Vraag de cliënt of hij of zij een mantelzorger kan noemen. De cliënt kan waarschijnlijk verscheidene mensen noemen die “zouden helpen” als dat aan één van hen zou worden gevraagd. Maak in dat geval de vragen specifieker: “Wie helpt u met boodschappen?” “Wie helpt u het huis schoon te houden?” “Wie helpt u met de maaltijden, het baden, het aankleden enz...?” “Wie helpt u uw rekeningen te betalen?” “Wie vervoert u als u ergens heen moet?” “Wie zal u waarschijnlijk opbellen wanneer u hulp nodig hebt?” Als de cliënt geen hulp krijgt, vraag dan of er iemand is die zou helpen indien dat nodig moest zijn. Als de cliënt de vragen niet kan begrijpen of beantwoorden of onduidelijke, ontwijkende of onjuiste antwoorden geeft (bv., noemt de echtgenoot terwijl u weet dat de echtgenoot overleden is), bekijk dan het cliëntdossier of bevraag indien mogelijk een mantelzorger. Vraag de cliënt naar de aard van de relatie (bv. op welke manier de mantelzorger verbonden is met de cliënt), of de cliënt bij de mantelzorger woont, en als dit zo is, hoelang ze samenwonen. Vraag ook naar of de cliënt in de laatste 3 dagen contact heeft gehad met familie of naaste vrienden. Dit contact kan zowel persoonlijk, via telefoon als via mail plaatsvinden.
Het is belangrijk te begrijpen dat sommige mantelzorgers misschien niet als zorgverleners willen worden omschreven. Ze doen dingen die in het verlengde liggen van normale sociale relaties (bv. het is wat van een dochter of echtgenote verwacht wordt). Het kan daarom nuttiger zijn zich te concentreren op de aard van de hulp die wordt gegeven dan op het label van “zorgverlener”.
Vraag aan de cliënt of hij of zij een mantelzorger kan noemen. De cliënt kan waarschijnlijk verscheidene mensen noemen die “zouden helpen” als dat aan één van hen zou worden gevraagd. Maak in dat geval de vragen specifieker: “Wie helpt u met boodschappen?” “Wie helpt u het huis schoon te houden?” “Wie helpt u met de maaltijden, het baden, het aankleden, enz.?” “Wie helpt u uw rekeningen te betalen?” “Wie vervoert u als u ergens heen moet?” “Wie zal u waarschijnlijk opbellen wanneer u hulp nodig hebt?” Als de cliënt geen hulp krijgt, vraag dan of er iemand is die zou helpen indien dat nodig moest zijn. Als de cliënt de vragen niet kan begrijpen of beantwoorden of onduidelijke, ontwijkende of onjuiste antwoorden geeft (bv. noemt de echtgenoot terwijl u weet dat de echtgenoot overleden is), bekijk dan het dossier van de cliënt of bevraag indien mogelijk een mantelzorger. Vraag de cliënt naar de aard van de relatie (bv. op welke manier de mantelzorger verbonden is met de cliënt), of de cliënt bij de mantelzorger woont, en als dit zo is, hoelang ze samenwonen. Vraag ook of de cliënt in de laatste 3 dagen contact heeft gehad met familie of naaste vrienden. Dit contact kan zowel persoonlijk, via telefoon als via mail plaatsvinden.
Het is belangrijk om te begrijpen dat sommige mantelzorgers misschien niet als zorgverleners omschreven willen worden. Ze doen dingen die in het verlengde liggen van normale sociale relaties (bv. het is wat van een dochter of echtgenote verwacht wordt). Het kan daarom nuttiger zijn om zich te concentreren op de aard van de hulp die gegeven wordt in plaats van op het label van “zorgverlener”.
  View page Page Info My Prefs
This page (revision-6) last changed on 09:15 29-Nov-2019 by DirkVanneste.
 
BelRAI @2007

JSPWiki v2.4.104
[RSS]