At line 13 changed 1 line. |
*__Huidkraters__ - De volledige dikte van de huid is verloren, wat het subcutaan weefsel bloot legt en toont zich als een diepe krater met of zonder dat het omliggend weefsel aantast. Dit is ook gekend als [Graad 3:|Decubitus graad 3.jpg] |
*__Huidkraters__ - De volledige dikte van de huid is verloren, wat het subcutaan weefsel blootlegt en zich toont als een diepe krater met of zonder aantasting van het omliggend weefsel. Dit is ook gekend als [Graad 3:|Decubitus graad 3.jpg] |
At line 15 changed 1 line. |
*__Uitgebreide aantasting en necrose__ - De volledige dikte van de huid en de subcutane weefsels is verloren, waardoor spieren en botten bloot liggen. Dit is ook bekend als [Graad 4:|Decubitus graad 4.jpg] |
*__Uitgebreide aantasting en necrose__ - De volledige dikte van de huid en de subcutane weefsels is verloren waardoor spieren en botten blootliggen. Dit is ook bekend als [Graad 4:|Decubitus graad 4.jpg] |
At line 19 removed 1 line. |
At line 22 changed 1 line. |
Gemakshalve kan hier ook het afgeleide document "[Classificatie van decubitus|Classificatie van decubitus.pdf]" gedownload worden. |
Gemakshalve kan hier ook het afgeleide document "[Classificatie van decubitus.pdf]" gedownload worden. |
At line 25 changed 3 lines. |
Raadpleeg de cliënt of de verzorger (bijv. thuishulp, verpleegkundige) over de aanwezigheid van een doorligwonde. Degen die de cliënt helpen met wassen of aankleden zijn in de beste positie om huidachteruitgang te zien. Als een doorligwonde bestaat, kan een verpleegkundige de wonde moeten observeren om het stadium te bepalen. |
Als je bij de cliënt thuis bent, vraag of hij of zij onderzocht is voor de aanwezigheid van doorligwonden of andere huidproblemen. Als je een gast bent in het huis van de cliënt, kan het moeilijk zijn om de volledige huid van de cliënt te onderzoeken. Bij een cliënt die cognitief intact is, kan informatie bekomen worden zonder een huidonderzoek. Voor een bedlegerig of stoel gebonden cliënt, verricht een huid onderzoek, waarbij extra aandacht wordt gegeven aan de heupen, dijen, achterste, lage rug en hielen. |
Het is soms moeilijk om de aanwezigheid van een rode plek (graad 1) te detecteren bij cliënten met een donkere huid. Om graad 1 doorligwonden te detecteren, kijk naar: verandering in het aanvoelen van het weefsel in hoge risico gebieden (2) verandering in het uitzicht van de huid in de hoge risico gebieden zoal een sinaasappel uitzicht of een subtiele paarse tint en (3) extreme droge, korstachtige gebieden dat bij nader onderzoek een weefselwonde maskeren. |
Raadpleeg de cliënt of de verzorger (bijv. thuishulp, verpleegkundige) over de aanwezigheid van een doorligwonde. Degenen die de cliënt helpen met wassen of aankleden zijn in de beste positie om huidachteruitgang te zien. Als een doorligwonde bestaat, kan het nodig zijn dat een verpleegkundige de wonde komt observeren om het stadium te bepalen. |
Als je bij de cliënt thuis bent, vraag of hij of zij onderzocht is voor de aanwezigheid van doorligwonden of andere huidproblemen. Als je een gast bent in het huis van de cliënt, kan het moeilijk zijn om de volledige huid van de cliënt te onderzoeken. Bij een cliënt die cognitief intact is, kan informatie bekomen worden zonder een huidonderzoek. Voor een bedlegerig of stoelgebonden cliënt, verricht een huidonderzoek, waarbij extra aandacht gegeven wordt aan de heupen, dijen, achterste, lage rug en hielen. |
Het is soms moeilijk om de aanwezigheid van een rode plek (graad 1) te detecteren bij cliënten met een donkere huid. Om graad 1 doorligwonden te detecteren, kijk naar: verandering in het aanvoelen van het weefsel in hoge risico gebieden (2) verandering in het uitzicht van de huid in de hoge risico gebieden zoal een sinaasappel uitzicht of een subtiele paarse tint en (3) extreme droge, korstachtige gebieden dat die bij nader onderzoek een weefselwonde maskeren. |