At line 2 changed 1 line. |
!!A6. Woonsituatie |
!!A8. Woonsituatie |
At line 5 changed 1 line. |
Het vastleggen met wie de cliënt samenwoont en de duur van de woonsituatie. Deze gegevens helpen de zorgorganisatie om te bepalen hoe groot de zorgbehoefte van de cliënt is. |
Vastleggen met wie de cliënt woont op het moment van de beoordeling. Deze informatie kan helpen om de personen te identificeren die mogelijks beschikbaar zijn om de cliënt te ondersteunen. |
At line 8 changed 1 line. |
Vraag dit aan de cliënt of samenwonende(n) en vraag tevens of de woonsituatie veranderd is de laatste 90 dagen. |
Het bekomen van informatie aan de hand van interviews met de cliënt en de familie. Het dossier inkijken kan ook hulpzaam zijn. |
At line 11 removed 2 lines. |
__a. Woont__ |
At line 14 changed 10 lines. |
Kies één antwoord. Sluit tijdelijke woonsituaties uit. |
*1. Alleen |
*2. Met echtgenoot/echtgenote of partner (dus al dan niet getrouwd) |
*3. Met echtgenoot/echtgenote of partner en ander(en) (dus al dan niet met familie) |
*4. Met kind (eren) (niet met echtgenoot/echtgenote of partner) |
*5. Met ouders of voogd(en) |
*6. Met broer(s) of zus(sen) |
*7. Met andere verwant(e)(n) (zoals oom, tante, …) |
*8. Met niet-verwant(e)(n) (in groepsverband of met een vriend/vriendin die niet de partner is) |
*1. Alleenwonend - Leeft op zichzelf, of enkel met een huisdier. De code wordt ook gebruikt voor cliënten die op straat leven of thuisloos zijn (ongeacht gebruik van opvang). |
*2. Samenwonend met echtgeno(o)te of partner - Inbegrepen echtgenoot/partner, vriend(in), niet-wettelijk huwelijk, of langetermijn vaste partner. |
*3. Samenwonend met echtgeno(o)t(e) of partner en anderen - Woont met echtgeno(o)t(e) of partner en gelijk welk andere individu, familie of geen familie. |
*4. Samenwonend met kinderen - Woont alleen met kinderen of met kinderen en andere individuen, maar niet met echtgeno(o)t(e)/partner. |
*5. Samenwonend met ouders of voogd(en) - Woont met ouders of voogd, of met ouders of voogd en andere individuen, maar niet met een echtgeno(o)t(e)/partner. |
*6. Samenwonend met broers of zussen - Woont met broers en zussen, of met broers of zussen en ander individuen, maar niet met echtgeno(o)t(e) of partner, kinderen, ouders of voogd. |
*7. Samenwonend met andere verwanten - Woont met een familielid (bijv. tante of oom) anders dan echtgeno(o)t(e) of partner, kinderen, ouders, voogd, broers of zussen. |
*8. Samenwonend met niet-verwant(en) - Woont in groep (een pension, setting voor chronische zorg, woonzorgcentrum, groephuis, gevangenis) of deelt een accommodatie met individuen die geen familie zijn (bijv. huisgenoot). Dit omvat niet-nachtelijke verblijven zoals een opvang voor daklozen. |