Difference between version and version      View first change»»

Back to LTCF Sectie E 3, or LTCF Sectie E 3 version history

At line 10 changed 1 line.
*a. Zwerfgedrag — bijv., loopt doelloos rond, zich schijnbaar niet bewust van behoeften of veiligheid. Een cliënt met zwerfgedrag lijkt geen besef te hebben van lichamelijke behoeften of veiligheid. Zwerfgedrag moet onderscheiden worden van doelgericht voortbewegen (bijv., iemand die honger heeft en de afdeling afloopt op zoek naar voedsel). Zwerfgedrag kan zich manifesteren bij lopen of in een rolstoel. Op en neer lopen moet niet tot zwerfgedrag worden gerekend.
*a. Ronddolen — Doelloos ronddolen, zich schijnbaar niet bewust van behoeften of veiligheid. Een ronddolende cliënt lijkt geen besef te hebben van lichamelijke behoeften of veiligheid. Ronddolen moet onderscheiden worden van doelgericht voortbewegen (bijv., iemand die honger heeft en de afdeling afloopt op zoek naar voedsel). Ronddolen kan zich manifesteren bij lopen of in een rolstoel. Op en neer lopen is niet hetzelfde als ronddolen.
At line 14 changed 1 line.
*c. Lichamelijk geweld — bijv., sloeg, duwde, krabde, viel seksueel lastig.
*c. Lichamelijk geweld — bijv., sloeg, duwde, krabde, viel seksueel lastig.
At line 22 changed 1 line.
Neem een objectief gezichtspunt in ten opzichte van gedragssymptomen. Het coderen van dit item richt zich op de daden van de cliënt, niet op de bedoeling achter de daden. Het is vaak moeilijk om de betekenis van een bepaald gedrag te achterhalen. Het is daarom belangrijk om de beoordeling te beginnen met het vastleggen van de aanwezigheid en frequentie van de symptomen. Dat anderen aan het gedrag gewend zijn geraakt en de vermoedelijke bedoeling van de cliënt bagatelliseren (“Hij wil niet echt iemand pijn doen. Hij is alleen maar bang.”) doet aan deze codering niet af. Bepaal als basis voor het coderen van dit item of de cliënt het gedragssymptoom vertoont of niet.
Bekijk de gedragssymptomen op een objectieve manier. Het coderen van dit item richt zich op de daden van de cliënt, niet op de bedoeling achter de daden. Het is vaak moeilijk om de achterliggende betekenis van een bepaald gedragssymptoom te achterhalen. Het is daarom belangrijk om de beoordeling te beginnen met het vastleggen van de aanwezigheid en de frequentie van gedragssymptomen. Dat anderen aan het gedrag gewend zijn geraakt en de vermoedelijke bedoeling van de cliënt minimaliseren (“Hij wil niet echt iemand pijn doen, hij is alleen maar bang.”) is voor deze codering niet relevant. Bepaal als basis voor het coderen van deze items of de cliënt het gedragssymptoom al dan niet vertoont.
At line 24 changed 1 line.
Observeer de cliënt gedurende uw beoordeling. Observeer hoe hij/zij op de pogingen van een verzorger om zorg te verlenen reageert. Raadpleeg de zorgverleners. Het is vooral belangrijk dat van alle ziekenverzorgenden en niet-verplegend personeel (bijv., maatschappelijk werkers, psychologen) die contact hebben met de cliënt naar inbreng wordt gevraagd.
Observeer de cliënt gedurende uw beoordeling. Observeer in het bijzonder hoe hij/zij reageert op de pogingen van anderen om aan zijn/haar hulpbehoeften te voldoen. Raadpleeg familieleden en directe zorgverleners uit alle shifts. Het is mogelijk dat een gedragssymptoom aanwezig is maar door de beoordelaar niet wordt waargenomen omdat het symptoom zich tijdens een andere shift vertoont. Het is vooral belangrijk om informatie te verkrijgen van alle andere verpleegkundigen en andere leden van het zorgteam (bijv. maatschappelijk werkers, psychologen) die ook contact met de cliënt hebben.
At line 26 changed 1 line.
Richt de aandacht van de zorgverleners op het feitelijk gedrag van de cliënt gedurende de laatste drie dagen. Kijk tenslotte, ofschoon het onvolledig kan zijn, in het cliëntdossier voor daarin vastgelegde gegevens.
Wees ook bedacht op de mogelijkheid dat anderen er misschien niet aan denken een gedragssymptoom te melden als het op de afdeling standaardgedrag is (bijv. zorgverleners zijn gewend aan ronddolen, luidruchtigheid of verbaal geweld). Richt de aandacht op het feitelijk gedrag van de cliënt gedurende de laatste 3 dagen.
At line 29 added 2 lines.
Het kan ook nuttig zijn om de informatie in het cliëntdossier opnieuw te bekijken.
At line 32 added 1 line.
At line 40 changed 2 lines.
* De heer W. lijdt aan dementie en is ernstig gestoord in zijn dagelijkse besluitvorming. Hij zwerft de hele dag over de afdeling. Hij kan bijzonder slecht horen en weigert zijn gehoorapparaat in te doen. Hij schrikt gemakkelijk van anderen en kan niet rustig zitten als iemand hem bezoekt. Talrijke pogingen om zijn zwerfgedrag op iets anders te richten hebben in het verleden, maar niet in de laatste week, tot effect gehad dat hij zijn familie en zorgverleners ging slaan en duwen. In de loop van de tijd is het zorgteam tot de conclusie gekomen dat hij het meest tevreden is als hij binnen de gestructureerde setting van de afdeling kan zwerven. Codeer als volgt:
**Zwerfgedrag = 3
* De heer W. lijdt aan dementie en is ernstig gestoord in zijn dagelijkse besluitvorming. Hij doolt de hele dag over de afdeling rond. Hij kan bijzonder slecht horen en weigert zijn gehoorapparaat in te doen. Hij schrikt gemakkelijk van anderen en kan niet rustig zitten als iemand hem bezoekt. Talrijke pogingen om zijn ronddoolgedrag op iets anders te richten hebben in het verleden, maar niet in de laatste week, tot effect gehad dat hij zijn familie en zorgverleners ging slaan en duwen. In de loop van de tijd is het zorgteam tot de conclusie gekomen dat hij het meest tevreden is als hij binnen de gestructureerde setting van de afdeling kan ronddolen. Codeer als volgt:
**Ronddolen = 3
At line 47 changed 2 lines.
* De nachtzuster zegt dat ze mevrouw M. uit bed aantrof terwijl ze in de bureauladen van haar kamergenoten snuffelde. Dit gebeurde in twee van de laatste drie nachten. Toen ze haar weer naar bed probeerde te brengen, werd mevrouw M. boos en schreeuwde ze voortdurende tegen haar. Ze beschuldigde de nachtzuster ervan dat ze haar spullen aan het stelen was. Codeer als volgt:
**Zwerfgedrag = 0
* De nachtverpleegster zegt dat ze mevrouw M. uit bed aantrof terwijl ze in de bureauladen van haar kamergenoten snuffelde. Dit gebeurde in twee van de laatste drie nachten. Toen ze haar weer naar bed probeerde te brengen, werd mevrouw M. boos en schreeuwde ze voortdurende tegen haar. Ze beschuldigde de nachtverpleegster ervan dat ze haar spullen aan het stelen was. Codeer als volgt:
**Ronddolen = 0
  View page Page Info My Prefs
This page (revision-23) last changed on 09:15 29-Nov-2019 by DirkVanneste.
 
BelRAI @2007

JSPWiki v2.4.104
[RSS]