At line 2 changed 1 line. |
!!A4. Verblijfplaats op het tijdstip van beoordeling |
!!A5. Woonsituatie |
At line 5 changed 2 lines. |
Het vastleggen van de verblijfstoestand van de cliënt bij verwijzing. |
De verblijfstoestand kan langdurig of tijdelijk zijn. |
Het vastleggen met wie de cliënt samenwoont en de duur van de woonsituatie. Deze gegevens helpen de zorgorganisatie om te bepalen hoe groot de zorgbehoefte van de cliënt is. |
At line 8 changed 2 lines. |
!!!Definities: |
*1. Woning, appartement of studio (eigen of gehuurd, alleen of met anderen) |
!!!Proces: |
Vraag dit aan de cliënt of samenwonende(n) en vraag tevens of de woonsituatie veranderd is de laatste 90 dagen. |
At line 11 changed 1 line. |
*2. Woning van (de) kind(eren) |
!!!Codering: |
__a. Woont__ |
At line 13 changed 1 line. |
* 3. Woning van andere mantelzorger(s) (niet van kind(eren)) |
Kies één antwoord. Sluit tijdelijke woonsituaties uit. |
*1. Alleen |
*2. Met echtgenoot/echtgenote of partner (dus al dan niet getrouwd) |
*3. Met echtgenoot/echtgenote of partner en ander(en) (dus al dan niet met familie) |
*4. Met kind (eren) (niet met echtgenoot/echtgenote of partner) |
*5. Met ouders of voogd(en) |
*6. Met broer(s) of zus(sen) |
*7. Met andere verwant(e)(n) (zoals oom, tante, …) |
*8. Met niet-verwant(e)(n) (in groepsverband of met een vriend/vriendin die niet de partner is) |
__b. Vergeleken met 90 dagen geleden (of sinds laatste beoordeling), woont de cliënt nu met een ander persoon – (bijv., trok bij iemand in, iemand trok bij de cliënt in)__ |
At line 15 changed 1 line. |
*4. Rusthuis of bejaardentehuis (ROB-bed) |
Vul ”ja” in voor een cliënt die 90 dagen geleden nog samenwoonde en nu alleen woont (bijv., de echtgenote is sindsdien overleden) aangezien de woonsituatie is veranderd. |
* 0. Nee |
* 1. Ja |
__c. Cliënt of familielid denkt dat de cliënt beter af zou zijn in |
ander woonverblijf__ |
At line 17 changed 31 lines. |
*5. Woon- en zorgcentrum (WZC), rust- en verzorgingstehuis (RVT) of bejaardentehuis (RVT-bed) |
*6. Serviceflat, aanleunwoning of kangoeroewoning (“zelfstandige” woning in de nabijheid van een RVT, …waardoor men gemakkelijk kan gebruik maken van allerhande diensten) |
*7. Beschut of beschermd wonen (heeft als doel om een thuis te bieden aan mensen die omwille van psychische problemen niet of nog niet zelfstandig kunnen wonen) |
*8. Medisch-pedagogische instelling (MPI), orthopedagogische instelling of instelling voor verstandelijk gehandicapten |
*9. Psychiatrisch ziekenhuis of psychiatrische instelling |
*10. Revalidatiecentrum, hersteloord of SP-dienst |
*11. Ziekenhuis |
*12. Kortverblijf |
*13. Palliatief centrum |
*14. Penitentiaire instelling |
*15. Klooster |
*16. Thuisloos of dakloos |
*17. Andere |
!!!Proces: |
Kijk in het cliëntdossier. Als het daar niet in staat, vraag het dan aan de cliënt of zijn/haar familie. |
!!!Codering: |
Kies één antwoord en vul de juiste code in; specificeer eventueel. |
Vraag afzonderlijk aan de cliënt en het familielid/zorgverlener of een verandering van woonsituatie aangewezen is. Vraag dit op een voorzichtige manier. Bijvoorbeeld, geloof je dat de cliënt gelukkiger zou zijn elders? Veiliger zou zijn? Betere maaltijden zou krijgen? Vul het meest gepaste antwoord in. |
* 0. Nee |
* 1. Ja, andere woning |
* 2. Ja, in een instelling |