At line 23 changed 1 line. |
- Hulp bij klaarzetten — Hulp die erin bestaat voorbereidend werk te doen of de patiënt voorwerpen of apparaten aan te reiken, zodat hij/zij een bepaalde activiteit zelfstandiger kan uitvoeren. De hulpverlener mag dus dingen aanreiken, maar zou daarna wel bereid moeten zijn om de patiënt alleen te laten zodat hij/zij de activiteit zelf kan uitvoeren. Als de hulpverlener in de buurt van de patiënt moet blijven, wordt de patiënt gesuperviseerd en moet hij/zij dus als ‘2. Toezicht’ gecodeerd worden. |
Hulp bij klaarzetten — Hulp die erin bestaat voorbereidend werk te doen of de patiënt voorwerpen of apparaten aan te reiken, zodat hij/zij een bepaalde activiteit zelfstandiger kan uitvoeren. De hulpverlener mag dus dingen aanreiken, maar zou daarna wel bereid moeten zijn om de patiënt alleen te laten zodat hij/zij de activiteit zelf kan uitvoeren. Als de hulpverlener in de buurt van de patiënt moet blijven, wordt de patiënt gesuperviseerd en moet hij/zij dus als ‘2. Toezicht’ gecodeerd worden. |
At line 38 changed 1 line. |
- Gewichtsondersteunende hulp — Cliënten hebben een verschillende mate van lichamelijke hulp nodig om ADL-taken te kunnen volbrengen. Een sleutelbegrip in het schalen van deze hulp is de mate van gewichtsondersteunende hulp. In het geval dat een cliënt niet rechtop zit of staat, verwijst gewicht ondersteunen naar gewicht dragen (dat wil zeggen, een hulpgever draagt het volle gewicht van een arm bij het helpen aantrekken van een shirt). In het geval dat een cliënt staat of loopt, verwijst gewicht ondersteunen naar het gewicht dragen van iemand door hem/haar onder de armholte vast te houden en in staat te stellen op de arm van de hulpgever te leunen. Het sturen van de bewegingen met minimaal lichamelijk contact en aanraken met nu en dan lichamelijke hulp worden niet als gewichtsondersteunend beschouwd. |
- Gewichtsondersteunende hulp — Patiënten hebben een verschillende mate van lichamelijke hulp nodig om ADL-taken te kunnen volbrengen. Een sleutelbegrip in het schalen van deze hulp is de mate van gewichtsondersteunende hulp. In het geval dat een patiënt niet rechtop zit of staat, verwijst gewicht ondersteunen naar gewicht dragen (dat wil zeggen, een hulpgever draagt het volle gewicht van een arm bij het helpen aantrekken van een shirt). In het geval dat een patiënt staat of loopt, verwijst gewicht ondersteunen naar het gewicht dragen van iemand door hem/haar onder de armholte vast te houden en in staat te stellen op de arm van de hulpgever te leunen. Het sturen van de bewegingen met minimaal lichamelijk contact en aanraken met nu en dan lichamelijke hulp worden niet als gewichtsondersteunend beschouwd. |
At line 41 changed 1 line. |
- ‘Activiteit heeft zich niet voorgedaan’ vs. ‘Totale afhankelijkheid’ — Verwar de totale afhankelijkheid van iemand in een ADL-activiteit (code “6”) niet met het niet voorkomen van de activiteit (code “8”). Bijvoorbeeld, zelfs iemand die sondevoeding ontvangt en geen voedsel of vocht via de mond is nog steeds bezig met eten (voeding ontvangen) en moet bij de categorie voor eten beoordeeld worden op het niveau van hulp bij dit proces. Iemand die zeer betrokken is in het zichzelf geven van de sondevoeding is niet geheel afhankelijk en moet niet als “6” worden gecodeerd, maar met een lagere code, afhankelijk van de aard van de hulp die hij/zij van anderen krijgt. |
- ‘Activiteit heeft zich niet voorgedaan’ vs. ‘Totale afhankelijkheid’ — Verwar de totale afhankelijkheid van de patiënt in een bepaalde ADL-activiteit (code ‘6. Totale afhankelijkheid) niet met het zich niet voordoen van de activiteit (code ’8’). Bijvoorbeeld: zelfs een patiënt die alleen sondevoeding krijgt is bij ‘eten’ (het krijgen van voeding) betrokken en moet onder de categorie ‘eten’ op zijn/haar medewerking tijdens het eetproces geëvalueerd worden. Een patiënt die sterk betrokken is bij het zichzelf geven van sondevoeding is niet volledig afhankelijk en moet niet als ’6’ maar als een lagere code, afhankelijk van de aard van de hulp die hij/zij van anderen krijgt, gecodeerd worden. |