G3. Voortbeweging
a. Voornaamste manier van verplaatsen
Bedoeling:
Het vastleggen of de cliënt loopt en of er gedurende de laatste drie dagen hulpmiddelen bij het lopen zijn gebruikt.
Codering:
- 0. Stapt zonder materieel hulpmiddel
- 1. Stapt met materieel hulpmiddel — bijv., wandelstok, looprek, kruk, rollator, loopstoel
- 2. (Elektrische) rolstoel, elektronische scooter
- 3. Bedlegerig (of beperkt tot zetel, ...)
b. 4-meterwandeltest
Bedoeling:
De test in dit item is een maat voor het uithoudingsvermogen en de kwetsbaarheid van de cliënt. De test is ontworpen om een objectieve meting voor vergelijking van het presteren van de cliënt bij een volgende herbeoordeling te geven. Een normale wandelsnelheid is ongeveer 1,3 seconden per meter.
Proces:
Zet een recht parcours uit. Laat de persoon stilstaan, met de voeten tegen de startlijn aan. Zeg dan: "Begin, wanneer ik het startsein geef op een normaal tempo te stappen (met stok of ander hulpmiddel als u die gebruikt). Dit is geen test om zo snel mogelijk te stappen. Het is om te zien hoe snel u gewoonlijk stapt. Stop als ik u dat zeg. Is het duidelijk?" Doe het voor indien nodig. Zeg dan: "Begin nu met stappen." Start de chronometer (of tel de seconden) wanneer de eerste stap wordt gezet. Hou op met tellen als een voet over de 4 meterstreep wordt gezet. Zeg dan: "U kunt nu stoppen."
Noteer de tijd in seconden als deze minder is dan 30 seconden.
LET OP:
- 1. De beoordelaar moet de test voordoen voordat hij/zij de cliënt vraagt deze te doen.
- 2. De beoordelaar moet heel dicht bij de cliënt staan terwijl deze de test probeert te volbrengen. Zorg dat er een stoel in de buurt staat. Als de cliënt te zwak wordt of niet in staat is door te gaan, laat hem/haar dan op de stoel gaan zitten.
- 3. Deze test kan niet worden gedaan met cliënten die gewichtsondersteuning nodig hebben om te kunnen lopen. Voor cliënten met dit soort behoefte aan hulp codeer “99”.
Codering
Noteer de tijd in seconden als deze minder is dan 30 seconden. Zo niet:
- 30. 30 of meer seconden om 4 meter af te leggen
- 77. Stopte voor het einde van de test
- 88. Weigerde de test uit te voeren
- 99. Niet getest – bijv., de cliënt kan niet alleen stappen
c. Wandelafstand
Bedoeling:
Grootste afstand die de cliënt te voet aan één stuk door (zonder te gaan zitten) in de laatste 3 dagen heeft afgelegd (met hulp indien nodig).
Proces:
Vraag het aan het zorgteam; kijk er het cliëntdossier op na.
Codering:
- 0. Niet gewandeld
- 1. Minder dan 5 meter
- 2. 5-49 meter
- 3. 50-99 meter
- 4. 100-999 meter
- 5. 1+ kilometer
d. In rolstoel afgelegde afstand
Bedoeling:
Grootste afstand die de cliënt zelf in een rolstoel aan één stuk door in de laatste 3 dagen heeft afgelegd (inclusief het zelfstandig gebruik van een elektrische rolstoel). Om de zelfstandigheid van de cliënt na te gaan in het zich binnen en buiten verplaatsen met een rolstoel.
Proces:
Vraag aan de cliënt en aan het zorgteam waar, wanneer en hoe ver een rolstoel is gebruikt in de laatste 3 dagen. Leg de verste afstand vast zonder dat langdurig is gestopt.
Codering:
- 0. Door anderen geduwd
- 1. Met elektrische rolstoel/scooter
- 2. Minder dan 5 meter
- 3. 5-49 meter
- 4. 50-99 meter
- 5. 100+ meter
- 8. Gebruikt geen rolstoel