O1. Schriftelijke wilsbeschikking
Bedoeling:
Het doel is het registreren van wettelijke wilsbeschikkingen, ofwel door de patiënt zelf ofwel door een wettelijke gemachtigde opgesteld, inzake de behandelingsopties van de patiënt. Opdat een wilsbeschikking als geldig en bindend beschouwd zou worden, moet ze in het dossier van de patiënt goed gedocumenteerd zijn. Indien er geen vooraf afgelegde wilsbeschikkingen voorhanden zijn, moet het ziekenhuispersoneel de wensen van de patiënt met de patiënt en zijn/haar familie bespreken. Voor tegenstrijdigheden tussen de huidige wensen van de patiënt en gegevens in wettelijke documenten in het dossier van de patiënt moet onmiddellijk een oplossing gevonden worden.
Definities:
- a) Wilsbeschikking betreffende ‘reanimatie’ – In het geval van respiratoire insufficiëntie of hartfalen heeft de patiënt of gemachtigde (bijv. familielid of voogd) aangegeven dat er geen beroep gedaan mag worden op cardiopulmonale resuscitatie (CPR) of andere levensreddende procedures om de werking van de longen en het hart weer op gang te brengen.
- b) Wilsbeschikking betreffende ‘intubatie’ – De patiënt of gemachtigde heeft aangegeven dat er geen canule ingebracht mag worden om de ademhaling te vergemakkelijken (endotracheale tube, tracheale tube).
- c) Wilsbeschikking betreffende ‘invasieve behandelingen’ – De patiënt of gemachtigde heeft aangegeven dat er geen invasieve behandelingen mogen uitgevoerd worden (injectie, baxter).
- d) Wilsbeschikking betreffende ‘hospitalisatie’ – Een wilsbeschikking die specificeert dat de patiënt niet gehospitaliseerd mag worden, ook niet als hij/zij een medische aandoening krijgt die normaal gezien hospitalisatie vereist. (Aangezien de patiënt momenteel wel in het ziekenhuis opgenomen is, moet misschien uitgezocht worden waarom/hoe dat is kunnen gebeuren.)
- e) Wilsbeschikking betreffende ‘sondevoeding en/of intraveneuze vochttoediening’ – Een wilsbeschikking die omschrijft dat de patiënt niet op een kunstmatige manier gevoed wil worden (bijv. sonde, intraveneuze voeding) wanneer hij/zij niet meer in staat is om via de mond voedsel op te nemen.
- f) Wilsbeschikking betreffende medicatietoediening – Een wilsbeschikking waarin aangegeven wordt dat de patiënt geen levensverlengende medicatie (bijv. antibiotica, chemotherapie) toegediend wil worden. Een dergelijke beperking kan echter erg ongeschikt zijn als die medicatie gebruikt zou kunnen worden om het welzijn van de patiënt veilig te stellen. Wanneer dat het geval is zou de wilsverklaring met de patiënt (als hij/zij daar nog toe in staat is) of de gemachtigde opnieuw bekeken moeten worden en moeten de wensen van de patiënt verduidelijkt worden.
- g) Wilsbeschikking betreffende beperkingen van andere therapieën – Een wilsbeschikking die specificeert dat de patiënt bepaalde medische behandelingen niet wil krijgen. Enkele voorbeelden zijn: bloedtransfusies, tracheotomie en fysieke fixatie. Dergelijke beperkingen kunnen echter ongeschikt zijn als het gaat om behandelingen die om palliatieve doeleinden (bijv. tegen pijn, braken, ...) gegeven worden. In zulke situaties zou de wilsbeschikking met de patiënt (als hij/zij daar nog toe in staat is) of de gemachtigde opnieuw bekeken moeten worden en moeten de wensen van de patiënt verduidelijkt worden.
- h) Wilsbeschikking betreffende enkel comfortzorg – Een wilsbeschikking die aangeeft dat de patiënt alleen comfortzorg (bijv. wisselhouding, incontinentiezorg, pijnbestrijding) wil krijgen, geen invasieve of belastende behandelingen.
- i) Wilsbeschikking betreffende euthanasie
Dergelijke keuzes moeten goed gedocumenteerd zijn.
Procedure:
Het is noodzakelijk vertrouwd te zijn met de wettelijke status van elke vorm van wilsbeschikking in de eigen rechtstaat. Controleer of het dossier van de patiënt gegevens over vooraf afgelegde wilsbeschikkingen bevat. Opdat een wilsbeschikking als geldig en bindend beschouwd zou worden, moet ze in het dossier van de patiënt goed gedocumenteerd zijn.
Sommige patiënten zijn bij hun opname niet in staat om aan besluitvorming deel te nemen. Het personeel zou moeten proberen vast te stellen of de nieuwe opname al dan niet tot een wilsbeschikking geleid heeft. Zonder een dergelijk document zouden beslissingen inzake de behandeling van de patiënt in overleg met de gemachtigde (gewoonlijk het meest verwante familielid/de meest verwante familieleden van de patiënt) genomen moeten worden. Indien er geen gemachtigde is of in geval van conflict kan er beroep gedaan worden op het wettelijk cascadesysteem voor vertegenwoordiging.
Codering:
Codeer alleen bij de opname.