At line 5 changed 1 line. |
Het vermogen om veilig te slikken kan door ziekteprocessen en functionele achteruitgang worden aangetast. Veranderingen in iemands vermogen om te slikken kan tot verstikking en aspiratie leiden, die beide morbiditeit en mortaliteit kunnen veroorzaken. Vaak hebben cliënten met slikmoeilijkheden veranderde voedsel- en vloeistofconsistenties nodig OF kunnen ze geen voeding door de mond binnenkrijgen. Dit item detailleert de dieetconsistenties en de gebruikte aanpassingen om slikmoeilijkheden aan te pakken. |
Het vermogen om veilig te slikken kan door ziekteprocessen en functionele achteruitgang worden aangetast. Veranderingen in iemands vermogen om te slikken kan tot verstikking en aspiratie leiden, die beide morbiditeit en mortaliteit kunnen veroorzaken. Vaak hebben cliënten met slikmoeilijkheden veranderde voedsel- en vloeistofconsistenties nodig OF kunnen ze geen voedsel door de mond binnenkrijgen. Dit item detailleert de dieetconsistenties en de gebruikte aanpassingen om slikmoeilijkheden aan te pakken. |
At line 20 changed 11 lines. |
*0. Normaal — Kan alle soorten voedsel doorslikken |
*1. Verminderd zelfstandig — Bijv., drinkt met kleine teugjes, eet beperkte hoeveelheid vast voedsel, behoefte aan voedselbewerking is misschien niet gekend |
*2. Vraagt een aangepaste bewerking om vast voedsel te kunnen doorslikken - Bijv., pureren, fijnhakken, of kan alleen specifieke voedingsmiddelen tot zich nemen |
*3. Aanpassingen nodig om vloeistoffen te kunnen doorslikken |
- Bijv., indikken |
*4. Slechts gepureerd of gemalen voedsel EN ingedikt vocht |
*5. Combinatie van eten door de mond en parenterale of sondevoeding |
*6. Slechts neus-maag sondevoeding |
*7. Sondevoeding via maagsonde (door de buikwand)—bijv., PEG |
*8. Slechts parenterale voeding—Omvat alle soorten parenterale voeding (bijv., TPN) |
*9. Activiteit kwam niet voor—Gedurende gehele periode |
*0. Normaal - Kan alle soorten voedsel doorslikken |
*1. Verminderd zelfstandig - Bijv., drinkt met kleine teugjes, eet beperkte hoeveelheid vast voedsel, behoefte aan voedselbewerking is misschien niet gekend |
*2. Bewerking nodig om vast voedsel te kunnen doorslikken - Bijv., pureren, fijnhakken, of kan alleen specifieke voedingsmiddelen tot zich nemen |
*3. Aanpassingen nodig om vloeistoffen te kunnen doorslikken - Bijv., indikken |
*4. Kan alleen gepureerd vast voedsel en ingedikt vloeibaar voedsel doorslikken |
*5. Combinatie van orale en parenterale toediening van voedsel of sondevoeding |
*6. Alleen voedseltoediening via nasogastrische sonde |
*7. Voedseltoediening via buikwand - Bijv., PEG |
*8. Alleen parenterale voedseltoediening - Alle soorten parenterale voeding bijv., TPN |
*9. Activiteit kwam niet voor |