At line 91 changed 1 line. |
*Mevrouw G. heeft een slecht korte- en lange-termijn geheugen en een matig gestoord cognitief functioneren. Ze vroeg de verpleegkundige gedurende de laatste 3 dagen één keer per dag “een tablet om de pijn te laten weggaan”. De geneesmiddelenstaat laat zien dat ze elke avond Paracetamol kreeg. De verpleegkundige constateert dat mevrouw G. gewoonlijk over haar linkerheup wrijft wanneer ze om een tablet vraagt. Als je haar echter naar pijn vraagt, zegt mevrouw G. dat het goed met haar gaat en ze nooit pijn heeft. Redenering voor het coderen: Het lijkt of mevrouw G. vergeten is dat ze heeft verteld dat ze gedurende de laatste 3 dagen pijn heeft gehad. Codeer dat mevrouw G. een lichte, dagelijkse pijn voelt. Codeer voor Pijnfrequentie 3 en voor Pijnintensiteit 1. |
*Mevrouw G. heeft een slecht korte- en langetermijngeheugen en een matig gestoord cognitief functioneren. Ze vroeg de verpleegkundige gedurende de laatste 3 dagen één keer per dag “een tablet om de pijn te laten weggaan”. De geneesmiddelenstaat laat zien dat ze elke avond Paracetamol kreeg. De verpleegkundige constateert dat mevrouw G. gewoonlijk over haar linkerheup wrijft wanneer ze om een tablet vraagt. Als je haar echter naar pijn vraagt, zegt mevrouw G. dat het goed met haar gaat en ze nooit pijn heeft. Redenering voor het coderen: Het lijkt of mevrouw G. vergeten is dat ze heeft verteld dat ze gedurende de laatste 3 dagen pijn heeft gehad. Codeer dat mevrouw G. een lichte, dagelijkse pijn voelt. Codeer voor Pijnfrequentie 3 en voor Pijnintensiteit 1. |